
Sandvine heeft zijn halfjaarlijkse rapport over het internationale internetverkeer gepubliceerd. Het 'Global Internet Phenomena Report' over H2 2013 (metingen: september) is gebaseerd op de klantrelaties die de onderneming onderhoudt met enkele honderden ISP's en is enigszins vergelijkbaar met het 'State of the Internet' rapport van Akamai, dat ieder kwartaal verschijnt. Sandvine maakt de resultaten per werelddeel bekend en maakt onderscheid tussen vast en mobiel verkeer. Van alle soorten verkeer is 'real-time entertainment' (video) de belangrijkste omdat dit streaming verkeer is dat het meeste beslag legt op de capaciteit van netwerken.
Noord-Amerika vast
Op vaste netwerken in Noord-Amerika is het gemiddelde gebruik stabiel gebleven op 44,5 GB (up + down) per gebruiker per maand. Het mediane gebruik daalde licht, wellicht door seizoenseffecten, naar 17,6 GB. Sandvine merkt daarbij op dat haar klanten nog altijd een groei van het totale verkeer meten van zo'n 20-30 procent per jaar. Real-time entertainment (RTE) bleef de grootste categorie met 67,4 procent van het downloadverkeer (vorig rapport: 68,2%). Browsen bezet de tweede plaats met 10,8 procent, gevolgd door file-sharing met 5,3 procent. Gesplitst naar afzonderlijke diensten ging Netflix aan de leiding met 31,6 procent van het downloadverkeer tijdens piekuren ('s avonds), tegen 32,3 procent in het vorige halfjaar. YouTube is nummer twee met 18,7 procent en browsen nummer drie met 9,7 procent. Amazon video en Hulu zijn goed voor 1,6 en 1,3 procent.
Netflix en YouTube zijn samen dus goed voor ruim 50 procent van het downloadverkeer tijdens piekuren. Opvallend is ook dat peer-to-peer filesharing tot onder de 10 procent gedaald is.
Sandvine staat verder stil bij de introductie van Super HD door Netflix in de VS in september 2013. Het effect op het verkeer verschilt per ISP, maar is kleiner dan verwacht. De bitrate van Super HD is 5,8 Mbps, 50 procent meer dan de hoogste bitrate voor niet-Super HD. De verklaring wordt gezocht in twee oorzaken: niet alle content is in Super HD en niet alle devices kunnen Super HD aan.
Ook op de lancering in de VS van iOS 7 door Apple wordt ingezoomd. De omvang hiervan is 760 MB voor de iPhone 5, 900 MB voor de iPad en 729 MB voor de Apple TV box. Direct toen het besturingssysteem beschikbaar kwam, was het downloaden ervan goed voor 20 procent van het verkeer op het vaste netwerk van een niet nader genoemde Amerikaanse ISP.
Europa vast
In Europa ligt het verkeer per gebruiker per maand duidelijk lager en wel op 17,4 GB gemiddeld en 7,2 GB mediaan (up + down). Van het downloadverkeer tijdens de piek is 47,4 procent RTE-verkeer (vorig rapport 40%), 17,5 procent browsen en 11,1 procent filesharing. Sandvine schrijft de groei in het RTE-segment toe aan de opkomst van OTT-videodiensten zoals Netflix en BBC iPlayer. Sandvine verwacht dat hierdoor het belang van filesharing zal terugvallen. Ook constateert het bedrijf dat een vast aantal wereldwijd beschikbare diensten goed is voor 80-85 procent van het verkeer in alle Europese landen. Lokale diensten zorgen voor het restant.
Van alle afzonderlijke diensten in het piek downloadverkeer is YouTube de grootste, met 28,7 procent, gevolgd door browsen (15,6%). Facebook staat op de vierde plaats (4,9%) en Netflix op de vijfde (3,5%). Dat laatste is opvallend omdat de dienst pas in een paar landen beschikbaar is (VK, Ierland, Scandinavië, Nederland). Sterker nog, waar Netflix beschikbaar is, is het binnen twee jaar goed voor 20 procent van het verkeer op sommige netwerken in het VK, iets wat Netflix in de VS pas na vier jaar bereikte.
Europa mobiel
Het gemiddelde datagebruik in Europa, per abonnee per maand, kwam uit op 358 MB (vorig rapport 311 MB) en de mediaan op 16,9 MB (vorig rapport 13,2 MB). RTE bepaalt 35,6 procent, browsen 26,3 procent en social networking 13,4 procent van het downloadpiekverkeer. In het communicatiesegment (17,6% van het upstreamverkeer) is Skype goed voor een bijdrage van 62 procent en wat messaging betreft wordt WhatsApp de dominante partij genoemd. Het downloadpiekverkeer gesplitst naar segment laat browsen zien als belangrijkste bron (23,9%), gevolgd door YouTube (20,6%) en Facebook (11,0%).