
Het Internet of Things moet er voor gaan zorgen dat mensen straks niet meer met IT en internet bezig zijn, maar steeds meer activiteiten aan geautomatiseerde online diensten kunnen overlaten. Dat is de visie van Technicolor die Frederique van Durme, VP Noord-Europa van Technicolor, 11 juni op het Telecompaper-congres Connected 2014 verwoordde.
Van Durme is verantwoordelijk voor de connected home-activiteiten van Technicolor (gateways, settop boxen) en ziet een grote rol weggelegd voor het connected home in een internet of things dat het leven van mensen vereenvoudigt. Mogelijkheden zijn er genoeg, maar de praktijk laat nog veel barrières zien. Voorbeelden die Van Durme noemt zijn de grote hoeveelheden devices die een klein stukje van het connected home omvatten en die vaak niet geïntegreerd kunnen worden in een groter geheel, bijvoorbeeld via een beheerslaag er overheen.
“Wat je daarmee krijgt zijn dure devices met beperkte functionaliteit die vooral voor de technology-savy mensen onder ons interessant zijn.” Technicolor houdt zich bezig met het (mede) ontwikkelen van standaarden en besturingssystemen waarmee wel een geïntegreerd connected home tot stand kan komen, onder meer via een alliantie met de Allseen Alliance. Technicolor heeft hier zijn Qeo-platform binnengebracht dat moet helpen bij het ontwikkelen van ecosystemen rondom het internet of things.
“Het is belangrijk om niet langer devices met beperkte functies voor connected homes op de markt te brengen en verder te kijken dan een knop op je smartphone om lichten thuis mee aan of uit te doen. Communicatie tussen al die devices moet extra functionaliteiten tot stand brengen. Er moeten SDK’s en API’s op de markt gebracht worden waarmee ontwikkelaars en zelfs gebruikers hun eigen beheersinstrumenten kunnen maken.”
Van Durme verwacht ook veel van de integratie van connected tv’s en auto’s in het ecosysteem van het internet of things.