De telecomsector moet een goed rendement bieden op de investeringen, anders komen de investeringen niet. Dat is de boodschap van Steven Spittaels, partner bij McKinsey & Company in Brussel en specialist voor de sector TMT (Technologie, Media en Telecom).
Op het Telecompaper congres Connected 2014 belichtte hij het investeringsklimaat. Tot vijf jaar geleden was de return-on-investment van de telecomsector goed, maar sinds dat moment is zij sterk achtergebleven bij de ROI van media en technologie. De grote internetbedrijven en de grote Amerikaanse kabelaars en mediaproducenten zijn de telco’s voorbijgestreefd.
Onder analisten en investeerders groeit de overtuiging dat goede returns niet meer te verwachten zijn. Dat betekent dat investeringen elders gedaan worden, waardoor de sector achterblijft.
De sector heeft drie wegen om daaruit te komen. De eerste die adviesbureau McKinsey noemt is Portfolio Momentum. Anders gezegd is dat de juiste dienst op het juiste moment en de juiste plek. Operators moeten de behoefte aan connectiviteit beter te gelde maken.
Als voorbeeld noemt hij Verizon dat er steeds beter in slaagt om pakketten te verkopen, gebaseerd op het aantal apparaten dat een consument heeft. Met wat extra GB’s voor elk volgend apparaat groeit de mobiele ARPU naar 160 dollar per maand. Ook privacy kan de gebruiker geld waard zijn.
In opkomende markten slagen operators er vaak in om een ebitdamarge van boven de 50 procent te realiseren bij een omzet van een paar dollar per klant. Vodafone Egypte springt in op het feit dat het geldstelsel er niet zo goed werkt. Het land heeft een tekort aan kleine muntjes als wisselgeld, waardoor winkeliers maar een lolly of een extra aspirientje teruggeven. Vodafone verspreidt nu bonnetjes, goedkope kraskaartjes met een klein beetje prepaid tegoed die de rol van wisselgeld overnemen.
Voor volwassen markten mag dat niet echt een oplossing zijn, maar er zijn nog twee andere manieren om te groeien. Een ervan is het winnen van marktaandeel, waar veel mensen in de industrie dagelijks mee in de weer zijn.
Mensen onder de 25 jaar vertonen echter totaal andere consumptiepatronen en het bedrijf moet daarin mee. Bijvoorbeeld door de klantenservice via social media te bieden. Met sentimentanalyse van grote hoeveelheden data kan een bedrijf een verschil maken, zegt Spittaels. Daarnaast moeten bedrijven investeren in connectiviteit.
De derde optie is fusies en overnames. Daarvan zijn recentelijk de nodige voorbeelden te zien. Branchegenoten kunnen samengaan, zoals kabelaars of mobiele operators. Daarnaast kunnen mobiele en vaste spelers samengaan om hun Portfolio Momentum te vergroten.
Of de fusies veel geld besparen, is niet altijd gezegd. Telecommarkten zijn nog altijd lokaal en veel geld gaat naar lokale marketing en lokale diensten. Daarnaast zijn de motieven voor een fusie vaak goed, maar blijkt de implementatie lastig.
Een goed investeringsklimaat is in elk geval onontbeerlijk. Want dat die investeringen nodig zijn, daarover is iedereen het eens.
