
De Tweede Kamer stemt op dinsdag 4 november over wijzigingen in de Telecommunicatiewet en de Mediawet 2008. Het ministerie van EZ en OCW willen de twee amendementen Van Dam (PvdA) schrappen, met daarin de wettelijke verplichting voor kabelbedrijven om hun pakket aan te bieden voor wederverkoop.
De rechter in Den Haag had de twee bepalingen in januari dit jaar al onverbindend verklaard, wegens strijdigheid met het Europese recht. De Europese Commissie was op dat moment bezig met een inbreukprocedure tegen Nederland. De levering van een basispakket via de kabel valt onder het begrip 'elektronische communicatiedienst' en dus onder de materiële werkingssfeer van het Europese telecomkader, voor zover die dienst het overbrengen van signalen op het kabeltelevisienetwerk omvat.
Het ministerie van EZ kondigde in maart aan de twee bepalingen te zullen schrappen. Minister Kamp zei destijds dat de bepalingen ondanks eerdere toezeggingen niet verdedigbaar waren. Zelf is EZ voorstander van een open kabelnetwerk. Het wetsvoorstel is vlak voor de zomervakantie naar de Tweede Kamer gestuurd. De stemming lijkt een formaliteit te worden.
Beide amendementen werden in juni 2011 door een meerderheid in de Tweede Kamer aangenomen. Het betrof de volgende bepalingen:
- Televisie-aanbieders met een must-carry verplichting moeten hun programma-aanbod geschikt maken voor wederverkoop, inclusief hun transmissiediensten. Daarvoor moeten ze een op kostprijs georiënteerd wholesale-aanbod ontwikkelen. De verplichte wederverkoop van de analoge kabel werd opgenomen in zowel de Telecommunicatiewet als de Mediawet.
- De ACM moet wederverkoop opleggen, als zij AMM (aanmerkelijke markmacht) vaststelt (alleen opgenomen in de Telecommunicatiewet)..