
Het amendement Verhoeven over netneutraliteit draagt bij aan de doelstelling uit het regeerakkoord om een vrij en open internet te bevorderen, omdat het rekening houdt met de belangen van drie stakeholders, namelijk eindgebruikers, netwerkeigenaren en dienstenaanbieders. Dit schrijft minister van EL&I Maxime Verhagen aan de Tweede Kamer.
In die brief geeft hij een uitgebreidere toelichting waarom hij het amendement omarmt. Het CDA heeft om die brief gevraagd. Verhagen schrijft dat hij graag wat meer tijd had gehad om zelf een tekst (Nota van Wijziging) op te stellen om de consequenties in de markt goed te kunnen overzien en af te kunnen stemmen met onder andere de Europese Commissie. De motie Braakhuis over NN en vervolgens het amendement Verhoeven plaatsten hem echter voor voldongen feiten.
Verhagen schrijft: “de motie is ingediend op het moment dat meerdere mobiele telecomaanbieders innovatieve concurrerende diensten (zouden willen) belemmeren. Het gebruik van door andere aanbieders geleverde diensten zoals Skype en Whatsapp gaat ten koste van de bel- en sms inkomsten van de telecombedrijven. Om kannibalisatie van de eigen inkomsten te voorkomen, willen enkele aanbieders dit soort concurrerende diensten alleen nog in duurdere abonnementen voor internettoegang toestaan.”
Het amendement legt netneutraliteit vast. De gevolgen voor de consument zijn nog niet goed in te schatten, zegt ELI. “Of de prijzen van de goedkoopste abonnementen voor internettoegang door het amendement omhoog gaan, zal de toekomst uitwijzen. Het valt zeker niet uit te sluiten. Om te bepalen wat het uiteindelijk voor de kosten die een eindgebruiker aan communicatiediensten kwijt is betekent, moet het abonnement voor internettoegang in combinatie worden bezien met een telefoonabonnement. Als iemand bijvoorbeeld meer gebruik maakt van VoIP, kan hij mogelijk toe met een kleinere (goedkopere) belbundel. De proposities die de aanbieders in de markt gaan zetten en het communicatiegedrag van een individuele eindgebruiker zal bepalen hoeveel een eindgebruiker kwijt is. Het is lastig om daar exacte uitspraken over te doen.”
Het verlies van netneutraliteit is een bedreiging voor aanbieders van innovatieve internetdiensten, die mogelijk alleen nog voor een kleine groep toegankelijk zijn. Het amendement Verhoeven voorkomt dat aanbieders van internettoegang verdienmodellen frustreren van aanbieders van nieuwe diensten.
De groei van het mobiele internet en de druk op traditionele verdienmodellen maken dat aanbieders van (mobiele) internettoegang op zoek zijn naar nieuwe verdienmodellen. Verhagen onderkent nadrukkelijk het belang van aanbieders om ruimte te hebben voor onder andere de noodzakelijke investeringen in hun netwerken. Die ruimte biedt het amendement naar zijn mening. “Er blijven, zij het met beperktere vrijheidsgraden dan nu het geval is, mogelijkheden om te differentiëren, zoals op prijs, snelheid en datagebruik.” Wel onderkent hij dat het amendement de aanbieders in relatief korte tijd dwingt om hun proposities in de markt aan te passen.
Verhagen is blij dat het noodzakelijke netwerkmanagement voldoende ruimte krijgt, als middel tegen congestie en voor de integriteit en veiligheid. Het amendement draagt bij aan de doelstelling uit het regeerakkoord om een vrij en open internet te bevorderen, omdat het rekening houdt met de belangen van drie stakeholders, namelijk eindgebruikers, netwerkeigenaren en dienstenaanbieders.
Het inmiddels spreekwoordelijke amendement Verhoeven is ingediend door D66, GroenLinks, PvdA en SP. De PVV heeft zich daarbij aangesloten, genoeg voor een ruime kamermeerderheid. Mogelijk steunen ook CDA en VVD het. De positie van SGP is ook duidelijker geworden. Die partij dient een subamendement in, maar dat zal niet gesteund worden door de oppositie.