
Er komt een bepaling in de Telecommunicatiewet over netneutraliteit. Aanbieders van netwerken mogen geen verkeer of diensten belemmeren, behoudens enkele uitzonderingen. Het apart tariferen van diensten wordt verboden. Het kabinet omarmt het wetsvoorstel van de oppositiepartijen D66, PvdA, GroenLinks en SP over netneutraliteit. Met een aantal wijzigingen hebben de indieners minister Verhagen overtuigd. Het bevat nu een overgangstermijn van één jaar voor providers en de mogelijkheid voor EL&I om eventuele problemen in lagere regelgeving uit te werken. De indieners benadrukken dat noodzakelijk netwerkmanagement mogelijk is. Zeer waarschijnlijk stemt de Tweede Kamer op dinsdag 14 juni in met het voorstel.
Tussen 31 mei en 8 juni heeft het amendement enkele belangrijke wijzigingen ondergaan. Het bevat nu een aantal preciseringen, een overgangstermijn van één jaar voor providers en de mogelijkheid voor EL&I om eventuele problemen in lagere regelgeving uit te werken.
In de toelichting wordt gesteld dat noodzakelijk netwerkmanagement kan worden toegepast, teneinde een goede doorgifte te garanderen. Daarnaast kan bij congestie het verkeer voor een zwaar abonnement proportioneel worden vertraagd, zodat het verschil in bandbreedte met kleine abonnementen blijft bestaan.
Consumenten kunnen parental control-software installeren, of een managed service afnemen van een provider. Zo’n gefilterd internet voor religieuze groepen of bijvoorbeeld scholen mag, mits er ook een neutrale variant wordt aangeboden en er geen prijsverschil is. Dat is echter geen oplossing voor ISP Kliksafe. Die biedt een gefilterde internetdienst aan, die dus per definitie niet neutraal is.
Dit blijft een belangrijk punt voor de SGP, in het debat vertegenwoordigd door Elbert Dijkgraaf. De indieners hebben nog geen formulering gevonden om die vorm van ideologische filtering toe te staan, maar willen daar wel verder naar zoeken om ook de steun van de SGP te krijgen.
PVV-Woordvoerder Jhim van Bemmel stelde dat de kracht in internet in het open karakter zit, maar dat het woord open steeds vaker vervangen wordt door het woord ‘verdienmodel’. Het feit dat Nederland in wetgeving verder gaat dan Europa, 'er een nationale kop op zet', is voor zijn fractie geen doorslaggevend bezwaar.
VVD-woordvoerster Afke Schaart heeft haar eigen amendement over netneutraliteit ingetrokken, waarin filteren en tariefonderscheid wordt toegestaan. De afgelopen week werd dat door D66 bestempeld als nepneutraliteit. Ook tijdens het debat werd ze aangevallen door D66, GroenLinks en PvdA op de steun aan de operators. Haar wens om de uitkomst van onderzoek door Berec (eind dit jaar) af te wachten kreeg evenmin steun. Verhagen zegt er op dat moment naar te kijken, mochten er nieuwe inzichten ontstaan.
Verhagen zei dat hij graag wat meer tijd had gehad om zelf met een nota van wijziging te komen en te overleggen met de Europese Commissie. Maar hij stelt ook dat de plannen van enkele operators bijgedragen hebben aan zijn besluit. “Op dit moment komen er onwenselijke verdienmodellen op, met de Skype-heffing als beste voorbeeld”.
Nederland loopt met een wetswijziging voor in Europa, maar de verandering in consumentengedrag – de smartphone en de messaging apps – is ook in Nederland het eerst zichtbaar. Niet alleen de indieners, maar ook Verhagen zei tegen de SGP mee te willen denken over een bewuste keuze voor een ideologisch gefilterd internet.
Op dinsdag 14 juni stemt de Tweede Kamer over het amendement voor netneutraliteit. Dat lijkt een gelopen race, door de steun van Verhagen en omdat ook de PVV dit voorstel kan steunen. Gerda Verburg van het CDA laat haar steun afhangen van de vraag of Verhagen nog deze week met een brief komt waarin hij zijn sympathie voor het wetsvoorstel nader verklaart. Zij diende wel een motie in met de oproep om geen uitvoeringsmaatregelen te nemen zonder Europees overleg, maar wel in de tussentjid het tariferen tegen te houden.