
De invoering van PSD2 in de Nederlandse wetgeving loopt achter op andere EU-landen, waardoor Nederlandse fintechbedrijven hun kansen zien slinken. Dat schrijft het Financieele Dagblad op basis van een enquête die het samen met Holland Fintech hield.
De vertraging in Nederland heeft voornamelijk te maken met de verdeling van het toezicht op de wetgeving. Deze ligt in het wetsvoorstel deels bij de DNB en deels bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Zolang er geen duidelijkheid is over toezicht worden er geen vergunningen uitgegeven aan fintechbedrijven. Banken zijn al wel voorzien van vergunningen.Overleg tussen deze twee partijen en het ministerie heeft vooralsnog niet geleid tot een aanpassing van het wetsvoorstel.
De fintech-sector voorziet dat de komst van het wetsvoorstel en de behandeling in Tweede en Eerste Kamer niet meer gaat lukken voor het zomerreces. Daarmee is er volgens de geënquêteerden sprake van een oplopend ongelijk speelveld in Europa, waar de wet al in diverse landen is vastgelegd, en in Nederland, waar de banken al verder kunnen.