
Het BIPT neemt een besluit aan betreffende de tarieven die de alternatieve operatoren betalen om gebruik te kunnen maken van het glasvezelnetwerk van Proximus. Het BIPT keurt de door Proximus voorgestelde tarieven goed, aangezien het van mening is dat ze concurrentie mogelijk maken ten voordele van de gebruikers, maar ook blijven aansporen om in glasvezel te investeren.
Om de concurrentie te versterken op de markten voor breedbandinternet en omroep werd via een besluit van 29 juni 2018 een reeks verplichtingen opgelegd aan Proximus. Proximus moet met name zijn glasvezelnetwerk (FTTH) openstellen voor concurrerende providers en billijke prijzen hanteren voor de toegangsdiensten die het aan hen verkoopt. Dankzij billijke wholesaletarieven kunnen volgens het BIPT de alternatieve providers de concurrentie laten spelen in het voordeel van de eindgebruikers.
De uitrol van netwerken met zeer hoge snelheid, in het bijzonder glasvezelnetwerken, vormt een fundamentele doelstelling op Europees niveau. Alle Europese huishoudens zouden toegang moeten hebben tot verbindingen van 100 Mbps tegen 2025, met de mogelijkheid om veel hogere snelheden te bereiken. Om dat doel te bereiken is het noodzakelijk dat de wholesaletarieven zowel voldoende economische ruimte laten die concurrentie mogelijk maakt, als dat ze de stimulans bevatten om te blijven investeren.
Het regelgevingskader dat ingesteld werd door het BIPT moedigt Proximus aan om te onderhandelen over de toegangsvoorwaarden tot zijn FTTH-netwerk en Proximus heeft dan ook daadwerkelijk commerciële akkoorden gesloten met verschillende alternatieve operatoren. Het zijn de tarieven van het meest recente commerciële aanbod van Proximus die worden geanalyseerd in het vandaag gepubliceerde besluit.
Om die tarieven te verifiëren werd met de hulp van een gespecialiseerde consultant een kostenmodel ontwikkeld. Op basis van dat model is het BIPT tot de conclusie gekomen dat de tarieven van Proximus billijk zijn: ze zijn niet hoger dan de kosten van een efficiënte operator vermeerderd met een redelijke marge (van 2,5 tot 5% naargelang van de snelheid). Onder “billijk” moeten worden verstaan een prijs die hoger mag zijn dan de kosten, maar die verband houdt met de kosten. Er mag met andere woorden een redelijke marge bestaan tussen de kosten van het product en de wholesaleprijzen.
De in dit besluit goedgekeurde tarieven betreffen de zones waarin Proximus volgens zijn uitrolplannen alleen glasvezel zal uitrollen (en niet via joint-ventures).
In haar opmerkingen over het ontwerp dat aan haar werd genotificeerd, verzoekt de Europese Commissie het BIPT met name om geregeld te evalueren welke impact het besluit heeft op de investeringsinspanningen waartoe Proximus zich daadwerkelijk verbindt, en om te bepalen of de marge die voortvloeit uit de gereguleerde prijzen conform blijft aan de verplichting tot “billijke prijzen”.
Het BIPT is ervan overtuigd dat deze tarieven kunnen zorgen voor een gezonde en duurzame concurrentie voor diensten die cruciaal zijn voor de sociale interacties, opleiding en het economische leven in België.