
Het kabinet en een meerderheid in de Tweede Kamer vinden dat de kabel gereguleerd moet worden zodra de fusie van Ziggo en UPC een feit is. Tijdens een algemeen overleg tussen Tweede Kamer en minister Kamp van Economische Zaken herhaalden de telecomwoordvoerders van VVD, PvdA, D66, CDA en SP hun oude en kamerbreed gedragen wens om de kabel open te stellen.
Kamp zegde de kamer toe in gesprek te gaan met de ACM en – passend binnen de bevoegdheden – de wens van het parlement onder de aandacht te brengen. Niet alleen de consumentenmarkt verdient aandacht, maar ook de wholesale markten en de inkoopmacht van het kabelbedrijf tegenover de tv-zenders.
De Kamer sprak over concurrentie op de kabel, alsof dat de enige uitkomst zou zijn, als het moet via wetgeving en ging enigszins voorbij aan het gegeven dat de toezichthouder nu aan zet is. De fusie wordt getoetst aan de gevolgen voor de mededinging. Kamp zei dat de fusie door zijn omvang in Brussel zal worden beoordeeld. Hij voorspelde dat de ACM vraagt om de fusie te kunnen beoordelen (daarin had hij gelijk) en ziet de mogelijkheid dat die vraag wordt gehonoreerd.
Het Europese Kader
Kamp herhaalde dat er aanpassingen moeten komen in het Europese Kader van regulering voor de sector omroep en telecommunicatie. Hij begrijpt de wens van de Europese Commissie om te streven naar een situatie met twee concurrerende netwerken, in landen waar maar één NGA-netwerk is. Hij vindt dat er een ander regime moet komen voor EU-lidstaten waar al twee (of meer) netwerken zijn.
De omroepmarkt staat niet in de huidige Aanbeveling Relevante Markten, waardoor de drempel hoger is: maatregelen kunnen dan alleen worden opgelegd via een volledige marktanalyse. De weg via Aanmerkelijke Marktmacht kost tijd en is meerdere keren onbegaanbaar gebleken.
De Nederlandse positie in de onderhandelingen is dat in zo’n situatie vergelijkbare netwerken gelijk gereguleerd moeten worden.
Een alternatief is om de oude regels weer tot leven te wekken. Onder de zogeheten Open Network Provision van 1998-2002 gingen automatisch toegangsverplichtingen gelden op het moment dat een partij een bepaald marktaandeel had.
Er bestaat op dit moment geen zekerheid over de timing van de ontwikkelingen. EZ gaat er vanuit dat de onderhandelingen over de Europese Verordening niet klaar zijn voordat de termijn van de huidige Commissie eindigt. De opvolger van Kroes moet dat dus afhandelen en daarom is het niet zeker of de Verordening nog dit jaar gaat gelden, of pas in 2015.