
De door de Autoriteit Consument & Markt (ACM) aan KPN opgelegde verplichtingen uit het Marktanalysebesluit Vaste Telefonie (2017) vervallen met ingang van 1 april 2019. Dat beslist het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in de uitspraak op het beroep van KPN tegen dat besluit.
ACM legde KPN onder andere toegangs- en tariefverplichtingen op vanwege haar dominante positie op de wholesalemarkt voor tweevoudige gespreksdiensten voor de gehele reguleringsperiode van drie jaar, die begint op 1 maart 2017. Het CBb oordeelt dat het bewijs van ACM dat KPN op deze markt dominant is, te kort schiet voor de periode vanaf 1 april 2019. Belangrijkste reden hiervoor is dat zich op die markt een scherpe daling van het marktaandeel van KPN voordoet, die zich voor een significant deel laat verklaren door de leegloop en uiteindelijke uitfasering van traditionele telefonie op basis van de ISDN-techniek.
Uitspraak februari 2017
In februari 2017 publiceerde ACM het definitieve besluit voor de regulering van KPN voor vaste telefonie. De wholesalemarkt is verdeeld in enkelvoudig, tweevoudig en meervoudig. Alleen op de markt voor tweevoudige gespreksopbouw kreeg KPN nog de status van aanbieder met aanmerkelijke marktmacht (AMM). Dat leidde tot verplichtingen voor KPN tot het leveren van toegang, tot transparantie en non-discriminatie.
KPN tekende beroep aan, maar publiceerde ook op 31 maart het nieuwe WLR-referentieaanbod op zijn website. Dit referentieaanbod bevatte alleen nog de ISDN 1/2 dienstverlening, aangezien de verplichting om PSTN en ISDN Hoogcapacitair te leveren in het nieuwe Marktbesluit Vaste telefonie was vervallen.
DeCBb-uitspraak is definitief, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is de eindrechter in deze zaak. Het CBb verwerpt de beroepen van Pretium en Tele2.