
Omstreden is verder de inzet van kwetsbaarheden. Dit kan ertoe leiden dat de overheid gaat vertrouwen op zero-day lekken die door commerciële bedrijven worden aangeleverd. De overheid stimuleert daarmee een markt voor onveilige software, is de bezorgdheid. Daarbij wordt overigens ook getwijfeld aan de ICT-kennis die bij de politie aanwezig is.
Verder plaatst de Senaat vraagtekens bij het toezicht op de opsporingsmiddelen. De wet voorziet niet in extern toezicht of toetsing vooraf. Dat betekent dat het onderzoek van de politie ‘onder de radar blijft’ behalve als het bij de rechter komt. De Senaat wijst er ook op dat bepaalde onderdelen van de wet worden geregeld in lagere besluiten die niet langs de Tweede Kamer en Eerste Kamer gaan.
Verder is er een kwestie met de lokpuber. De Tweede Kamer heeft aan het wetsvoorstel toegevoegd dat de politie virtuele lokpubers mag inzetten als methode tegen grooming en misbruik. Meerdere fracties in de Senaat vragen aan de regering om toe te lichten of dit juridisch houdbaar is. Een verdachte denkt dan wel contact te hebben met een kind, maar doet in feite een oneerbaar voorstel aan een meerderjarige opsporingsambtenaar. En het is niet duidelijk of dat strafbaar is.