De EU loopt op het gebied van digitalisering achter op de VS, blijkt uit onderzoek van de Europese Investeringsbank. Uit de nieuwe digitaliseringsindex blijkt dat slechts vier EU-landen voorlopen op de VS op het gebied van digitalisering: Denemarken, Nederland, Tsjechië en Finland. De bank roept op tot meer actie om structurele belemmeringen voor digitalisering weg te nemen, zoals verbetering in management, opleidingen en vriendelijkere regelgeving.
Uit onderzoek blijkt dat Europese bedrijven gemiddeld minder vaak volledig digitaal zijn en minder investeren en digitale technologieën gebruiken dan hun Amerikaanse collega's. Het verschil in adoptiegraad tussen bedrijven in de EU en de VS is 13 procentpunt in diensten en 11 procentpunt in de infrastructuursector. In de sector industriële productie meldt slechts 66 procent van de bedrijven in de EU, vergeleken met 78 procent in de VS, dat ze ten minste één digitale technologie hebben gebruikt.
De EIB-digitaliseringsindex bestaat uit vijf componenten: digitale intensiteit, digitale infrastructuur, investeringen in software en gegevens, investeringen in verbeteringen van organisatie- en bedrijfsprocessen en strategisch controlesysteem. Elk EU-land kreeg een score op de 100-puntenindex op basis van de componenten en het EIB-rapport bevat een individuele analyse voor alle 28 lidstaten, aan het eind van 2019.
Zorgen over digitale investeringen
In het rapport worden de belangrijkste zorgen van bedrijven uiteengezet als het gaat om investeringen in digitale technologieën. Het benadrukt met name hoe toegang tot management, geschoolde arbeidskrachten en de regelgeving de digitalisering van zowel Europese als Amerikaanse bedrijven beïnvloeden.
De EIB adviseert landen dat een aantal van deze punten van zorg moet worden aangepakt bij maatregelen voor economisch herstel na de coronacrisis, om de invoering van digitalisering te bespoedigen. Dit kan meer geavanceerde managementvaardigheden en -praktijken omvatten, de vaardigheden van werknemers verbeteren door opleiding en het gemakkelijker maken om investeringen in immateriële en digitale technologieën te financieren.
