
De Deense toezichthouder mag TDC verplichten om zijn netwerk uit te breiden en klanten aan te sluiten als een alternatieve aanbieder een verzoek doet. Op dat moment moet er glasvezel gegraven worden, over een afstand van maximaal 30 meter.
Die near-net verplichting is in principe passend binnen het Europese kader, oordeelt het Europees Hof van Justitie, maar moet uiteraard wel goed worden onderbouwd. Dit advies (zaaknummer C-556/12) is echter niet alleen relevant voor Denemarken, maar voor alle EU-landen.
TDC procedeert tegen die verplichting, reden voor de Deense rechter om prejudiciële vragen te stellen aan het EHvJ. Het gaat immers om een stukje van het netwerk dat nog niet bestaat en daarmee is de fundamentele vraag aan de orde of de toezichthouder daarover iets te zeggen heeft.
TDC zegt daarnaast dat het graafwerk zo duur is, gemiddeld 12.000 Deense kroon, (ruim 1600 euro) dat er verlies geleden wordt. De alternatieve aanbieder levert de diensten, terwijl de AMM-partij alleen wholesale-inkomsten van de lijn krijgt.
De advocaat-generaal van het Hof in Luxemburg stelt dat de lijst van maatregelen in de Europese Richtlijn niet uitputtend is, maar dat een nationale toezichthouder er ook maatregelen aan toe kan voegen. De aanleg van aftakkingen komt nog niet voor onder het kopje “toegang”, maar het is daarmee ook niet in strijd.
In dat oordeel weegt mee dat het gaat om maximaal dertig meter, wat volgens het Hof neerkomt op een kleine uitbreiding. Verder is het zo dat TDC pas verglaast wanneer het een contract heeft gesloten. De incumbent heeft dus meer invloed op de planning en dus een economisch voordeel.
De Europese regels geven aan dat verplichtingen redelijk moeten zijn en dat netwerkaanbieders een redelijk rendement op hun investeringen hebben. De toezichthouder heeft echter een ruime mate van handelingsvrijheid. Ook moet de doelstellingen van efficiënte en duurzame concurrentie en maximaal consumentenvoordeel worden meegewogen.
Het besluit over de verplichting is nu weer aan de Deense rechter. De zaak is echter ook relevant voor andere landen. De Europese Commissie, Denemarken, Frankrijk en België hebben in deze procedure geadviseerd dat de near-net verplichting moet worden toegelaten. En ze krijgen daarin steun. De toezichthouder moet uiteraard kunnen aantonen dat de opgelegde verplichting passend is.
De ACM heeft aan KPN een near-net verplichting opgelegd van 250 meter voor zakelijke aansluitingen, in het marktbesluit HKWBT/HL. Het advies van het Europese Hof heeft daarop invloed.
De feiten in die zaak zijn absoluut niet een-op-een vergelijkbaar met de Deense situatie. De lengte van 250 meter is veel groter, maar het gaat om hoogcapacitaire aansluitingen met gegarandeerde beschikbaarheid. De tarieven daarvan zijn weer vele malen hoger dan die voor FttH. Mogelijk neemt het CBb de situatie mee in zijn oordeel over dit marktbesluit.