
Naar verwachting stemmen de 28 EU-lidstaten in de Europese Raad vandaag, maandag 15 juni, tijdens een bijeenkomst in Luxemburg in met nieuwe regulering inzake databescherming. Wanneer er overeenstemming wordt bereikt, is het aan het Europees Parlement om goedkeuring aan het voorstel van de Europese Raad te geven.
In 2014 werd een eerder voorstel van de Europese Commissie goedgekeurd door het Europees Parlement, maar afgewezen door de Europese Raad. In het nieuwe compromisvoorstel krijgen Europese burgers meer mogelijkheden om ondernemingen aan te klagen die onzorgvuldig met gegevens van deze burgers zijn omgegaan. Het gaat daarbij zowel om aanbieders van data-opslag als om aanbieders van cloud-diensten.
In de huidige, 20 jaar oude regulering, worden bedrijven die data opslaan namens andere ondernemingen, niet verantwoordelijk gehouden voor verlies of stelen van data. Onder deze regels zou bij een verlies van financiële gegevens van klanten alleen de betrokken bank of verzekeraar verantwoordelijk gesteld kunnen worden.
Nieuwe regels fel betwist
De nieuwe regulering is fel betwist door technologieconcerns zoals SAP, IBM, Cisco, Amazon, Google en Microsoft. Zij stellen onder meer te vrezen dat de nieuwe regulering een belemmering zal vormen voor de opkomst van clouddiensten. Het zou volgens deze partijen logischer zijn dat een bank wordt aangeklaagd voor het verlies van financiële gegevens en niet de hosting-aanbieder waar de bank zijn systemen laat draaien.
Het stimuleren van nieuwe technologie en clouddiensten maakt deel uit van de Digitale Agenda van de Europese Commissie tot 2020. Tegelijk wil de Commissie dat er een meer evenredige verantwoordelijkheid komt voor gebeurtenissen zoals dataverlies door een hack.
EU-lidstaten verdeeld
In maart 2014 stemde het Europees Parlement al in met de nieuwe EU-regulering inzake databescherming (EU General Data Protection Regulation). De Europese Raad wees het voorstel van de Europese Commissie echter af en vroeg de Commissie om met nieuwe voorstellen te komen. De EU-lidstaten waren en zijn verdeeld over de voorgestelde regulering. Zo stelde de Britse regering in 2014 te vrezen dat de nieuwe regulering een extra administratieve last betekent voor bedrijven. De toenmalige Nederlandse minister van Veiligheid en Justitie, Opstelten, zei in juni 2013 al dat sommige regels voor betere databescherming kunnen leiden tot extra administratieve lasten voor het Nederlandse bedrijfsleven van 1,1 miljard euro.
Het EP stemde in maart voor twee aparte directieven: de General Data Protection Regulation en de Data Protection Directive. Dit laatste voorstel behelst ook de introductie van aparte regels voor het gebruik van persoonlijke data voor opsporingsdoeleinden. De voorgestelde aangescherpte privacy-regels – de huidige regelgeving stamt uit 1995 – hadden tot doel het onder meer mogelijk maken om Amerikaanse concerns zoals Google, Facebook en Apple te beboeten wanneer zij gegevens over en van hun klanten blijken door te geven aan Amerikaanse veiligheidsdiensten. Burgers krijgen in de nieuwe regels meer controle over hoe hun persoonlijke data wordt gebruikt, vooral online.