
De overheid gaat onderzoeken over aanvullende maatregelen nodig zijn om voldoende concurrentie te waarborgen tussen aanbieders van online platforms voor (zakelijke) producten en diensten. Het is nu nog onvoldoende helder of de bestaande instrumenten inzake mededinging voldoende zijn. Dat schrijft staatssecretaris Mona Keijzer in reactie op kamervragen van de VVD.
In de recent bekend gemaakt overkoepelende Nederlandse Digitaliseringsstrategie wordt het belang benadrukt dat online platformmarkten competitief blijven, zodat consumenten kunnen kiezen uit meerdere platforms. Dit betekent dat Europese platforms de concurrentie aan moeten kunnen gaan met platforms van buiten de EU. ‘Ik zet mij dan ook op Europees niveau in voor het competitief houden van platformmarkten,’ schrijft Keijzer. ‘Dit vereist helderheid over of het mededingingsinstrumentarium moet worden aangepast of aanvullend instrumentarium nodig is om ook in de platformeconomie voldoende concurrentie te kunnen bewaken.’
De analyse naar de wenselijkheid van verschillende (mededingings)instrumenten om online platformmarkten competitief te houden, moet hier de juiste richting in bepalen. Keijzer wil de Tweede Kamer in de tweede helft van 2018 informeren over de uitkomsten van het onderzoek.
EU-voorstel online platforms
De VVD-fractie had vragen gesteld naar aanleiding van een voorstel van de Europese Commissie ter bevordering van billijkheid en transparantie voor zakelijke gebruikers van online platforms. Keijzer geeft aan het dat voorstel het gewenste level playing field zal realiseren tussen platforms en ondernemers die hun producten of diensten op platforms aanbieden. Zo zal eerlijke en transparante handel tussen beide partijen mogelijk zijn. Datzelfde geldt voor het concurrerend vermogen tussen Europese online platforms en rivalen uit andere landen zoals de VS.
‘De regels voor platforms die in het voorstel zijn opgenomen zijn van toepassing op alle platforms waarbij de zakelijke gebruikers in de Europese Unie gevestigd zijn en hun producten of diensten aanbieden aan consumenten die zich in de EU bevinden,’ aldus Keijzer. ‘Het platform zelf hoeft niet in de EU gevestigd te zijn. Dat betekent dat Europese platforms door deze verordening niet worden benadeeld vergeleken met platforms uit derde landen die zaken doen in de EU. Het gelijke speelveld dat dit voorstel beoogt voort te brengen, betreft daarmee zowel Europese als internationale platforms.’
Voorkomen fragmentatie
Het voorstel van de Commissie zorgt verder voor gemeenschappelijke regels die in heel de EU gelden. Dit voorkomt dat verschillende lidstaten uiteenlopende nationale regelgeving hebben over de onderwerpen in het voorstel. Zo wordt volgens de staatssecretaris voorkomen dat platforms hoge nalevingskosten hebben als gevolg van gefragmenteerde regelgeving.
Gefragmenteerde regelgeving zou een Europees platform dat wil groeien er verder van kunnen weerhouden grensoverschrijdende activiteiten te ondernemen. Het voorstel bevordert daarom dat Europese platforms kunnen groeien via grensoverschrijdende activiteiten, concludeert Keijzer.