Fonteijn: scherp toezicht door Opta in 2009

Nieuws Algemeen Nederland 1 JUN 2010
Fonteijn: scherp toezicht door Opta in 2009

'Voorkomen is beter dan genezen'. Dat was volgens Chris Fonteijn het mantra van 2009. De collegevoorzitter van Opta lichtte het jaarverslag toe. De toezichthouder trad (ruim gemeten) 15.000 keer preventief op. Consumentenbescherming was het belangrijkste onderdeel van de taken, door nieuwe regels. FTTH, de kabel en zakelijke diensten zijn voor Opta de zwaarwegendste dossiers in 2010, waarop scherp gehandhaafd moet worden.

De preventieve taak van de toezichthouder is uit te drukken in voorlichting aan bedrijven en consumenten over belangrijke wetgeving.De consumentenbescherming heeft veel aandacht gekregen, door nieuwe wet- en regelgeving, met name rond het Bel-me-niet register en het spamverbod. Sinds de invoering van het Bel-me-niet register is er ‘fors geklaagd’, zegt Fonteijn en Opta is die signalen aan het onderzoeken, waarop mogelijk nog waarschuwingen en boetes volgen. De overstapdrempels bij contracten zijn een ander voorbeeld, waarop ‘scherp’ gehandhaafd wordt.

Er komen zo’n 250 klachten per week binnen over telemarketing, een aantal dat vrij stabiel blijft. Het aantal inschrijvingen in het Bel-me-niet register staat op 4,9 miljoen en groeit nog steeds, vooral doordat mensen in een telemarketinggesprek aangeven dat ze niet meer gebeld willen worden. Opta houdt de vinger aan de pols of dat recht op verzet inderdaad geboden wordt. Vorig jaar zijn er 24.000 klachten binnengekomen over spam, waarvan de helft na 1 oktober, toen het spamverbod voor bedrijven in werking trad.

Over Opta

Fonteijn stelt dat het college steeds meer regels en taken krijgt, terwijl er minder bezetting is, door de rijksbrede taakstelling om te bezuinigen op het aantal ambtenaren. “Daardoor moet Opta woekeren met ruimte en de tijd en aandacht zo effectief mogelijk verdelen.” Hij merkt daarbij op dat Opta grotendeels door de markt betaald wordt. De toezichthouder heeft het goed gedaan, was de uitkomst van de evaluatie, waarvan het rapport eind vorig jaar verscheen. Maar ook de conclusie van ECTA, een Europees verband van uitdagers op de telecommarkten. Die zet Opta op de eerste plaats als de best presterende toezichthouder. Vorig jaar was Opta tweede achter Ofcom (Groot-Brittannië). Het beleid op het gebied van FttH heeft een positieve rol gespeeld in die uitslag, denkt Fonteijn.

Fonteijn is het komende jaar voorzitter van Berec, het bureau van de telecom regulators in Europa. Het wordt gevestigd in Riga, de hoofdstad van Letland. Wel wat verder reizen, lacht hij, aangezien hij het naast zijn werk in Den Haag en Brussel doet.Hij vindt het belangrijk dat er kennisuitwisseling komt. 

Marktpartijen

Opta heeft vorig jaar 15.000 keer preventief opgetreden, variërend van een telefoontje tot een boete. Er zijn zes boetes uitgedeeld met een totale waarde van 875.264 euro en 22 lasten onder dwangsom. De boetebeleidsregels zijn aangescherpt. Met name voor verzwarende omstandigheden, zoals stiekemheid of herhaling kan een bedrijf zwaarder worden beboet.

Met KPN zijn langlopende afspraken gemaakt over compliance en de manier waarop het bedrijf omgaat met de regels, zowel naar buiten toe als in de bedrijfscultuur. Opta concludeert dat er veel verbeterd is, al blijven er verbeterpunten zichtbaar. KPN is wel van het verscherpte toezicht afgehaald.

Over boetes zegt Fonteijn dat “het kan zijn dat het voortaan minder in de publiciteit komt.” Opta heeft altijd bedrijven met naam en toenaam genoemd als er een bestuurlijke maatregel werd genomen of een boete uitgedeeld. Nu ligt er echter een voorlopige voorziening die dat verbiedt. De identiteit van een bedrijf mag niet meer te herleiden zijn. De rechter heeft echter zwaarder laten wegen dat een bedrijf niet in zijn goede naam mag worden aangetast zolang de veroordeling nog niet onherroepelijk is.

Dat heeft volgens Fonteijn grote gevolgen. Een bedrijf kan best nog calculerend omgaan met een boete van een paar ton (ook al zijn de maximale boetes verhoogd), maar de imago- en reputatieschade van ‘naming and shaming’ is voor Opta ook een belangrijk machtsmiddel. Er wordt verder ook geredeneerd dat het een consumentenbelang is om te kunnen waarschuwen tegen bedrijven die de regels overtreden. Ook dat beschouwt Opta als een groot goed en een belangrijke reden om in beroep te gaan tegen die uitspraak. Opta zal die uitspraak respecteren, maar zich er tot aan de Raad van State tegen verweren. “Er zijn tegenovergestelde visies mogelijk. Over die belangenafweging wil ik een heldere uitspraak.”

2010

Als belangrijkste aandachtsgebieden voor het lopende jaar heeft Opta drie onderwerpen: de concurrentie voor digitale diensten op de kabel, de regulering en toegankelijkheid van FTTH en de regulering van zakelijke markten, zoals wholesale line rental en gespreksafgifte. Over WLR is onlangs een marktbesluit genomen, de marktbesluiten voor gespreksafgifte volgen binnen afzienbare tijd.

De doorgifte van analoge televisie is operationeel afgerond. De besprekingen lopen echter nog over de digitale diensten. Opta verlangt dat UPC en Ziggo ook digitale diensten doorgeven van toetreders, maar over zaken als wel of geen video-on-demand bestaat nog geen duidelijkheid. Opta is bezig hierover een lijn te bepalen. In Q3 moeten daarover enige knopen worden doorgehakt, eventueel gevolgd door een aanwijzing aan UPC of Ziggo.

Categorieën:

Bedrijven:

Landen:

Gerelateerde artikelen