
Google blijft erbij dat het ‘recht om vergeten te worden’ alleen EU-breed moet worden toegepast, zo heeft de topjurist van het bedrijf, David Drummond, aan Reuters laten weten. Drummond voegt hier aan toe dat Google dit beleid mogelijk zal herzien na aanleiding van het advies van zijn eigen privacy-adviesraad en input van de Artikel 29-werkgroep. Dit advies wordt eind januari van dit jaar verwacht. Volgens Google is het recht om vergeten te worden echter een Europees concept en daarom in principe niet van toepassing buiten de EU.
In mei vorig jaar oordeelde het Europees Hof van Justitie dat EU-burgers zich kunnen beroepen op een recht om vergeten te worden. Dit houdt in dat Google zoekresultaten moet verwijderen die verwijzen naar nieuws over bij name genoemde personen dat verouderd is, niet meer relevant is en potentieel beschadigend is. Eind vorig jaar meldde Google dat het sindsdien meer dan 189.000 verzoeken tot het verwijderen van zoekresultaten heeft gekregen, die in 59,8 procent van de gevallen zijn gehonoreerd.
Google stelde na de uitspraak van het Europees Hof van Justitie een eigen privacy-adviesraad samen, die verspreid over Europa bijeenkomsten heeft georganiseerd over het vergeetrecht. Deze raad moet volgens Google de meningen van Europeanen verzamelen om alle aspecten van het vergeetrecht op een rij te krijgen.
De Artikel 29-werkgroep, waarin de privacy-toezichthouders van de EU-lidstaten zitting hebben, sprak zich eerder uit tegen een bredere toepassing van het vergeetrecht. Volgens de werkgroep moet ook Google.com resultaten verwijderen, omdat het anders alsnog mogelijk is om verwijderde zoekresultaten te achterhalen. De Artikel 29-werkgroep heeft dit uitgangspunt onlangs nog meegedeeld aan Microsoft, Yahoo en de Franse zoekmachine Qwant, omdat het vergeetrecht niet alleen voor Google geldt.