
Het systeem dat de EU heeft ingevoerd om het 'recht om vergeten te worden' af te dwingen, werkt goed. Dat blijkt uit een inventarisatie door de Artikel 29 Werkgroep, die bestaat uit de 28 privacy-toezichthouders van de EU-lidstaten.
In mei 2014 stelde het Europese Hof van Justitie dat zoekmachines onder bepaalde voorwaarden verplicht zijn gehoor te geven aan verzoeken om links naar zoekresultaten te verwijderen. Het moet dan gaan om links naar informatie die niet langer relevant is en beschadigend kan zijn voor personen of inbreuk maakt op hun privacy. In november vorig jaar kwam de werkgroep met richtlijnen voor nationale toezichthouders om te bepalen wanneer de voorwaarden gelden.
De uitspraak van het Europees Hof had vooral gevolgen voor Google, dat 90-95 procent van de Europese zoekmachinemarkt in handen heeft. Sinds november hebben nationale toezichthouders zo'n 2.000 verzoeken binnen gekregen, vooral inzake zoekresultaten op Google. Het gaat hierbij om verzoeken die door zoekmachines zelf zijn afgewezen. In de meeste gevallen was de informatie waarover de verzoeken gingen nog relevant, zo blijkt, direct gerelateerd aan zakelijke activiteiten van de vrager of aan actuele gebeurtenissen. Volgens de inventarisatie moet er nog wel meer duidelijkheid komen over de diverse definities, zoals wanneer informatie niet langer relevant is.
Halverwege juni bereikten EU-ministers in de Europese Raad overeenstemming over nieuwe regulering inzake databescherming. Deze nieuwe regulering moet de bestaande regels uit 1995 vervangen en consumenten meer controle geven hoe hun persoonlijke data wordt gebruikt, met name online. Het voorstel bevat onder meer strengere regels over de verplichting van bedrijven en organisaties om uit te leggen hoe data wordt verzameld en gebruikt, maar ook het ‘recht om vergeten te worden’ wanneer data niet langer gebruikt wordt en het recht om persoonlijke data te verplaatsen tussen concurrerende diensten.
Google heeft sinds 29 mei 2014 251.433 verzoeken binnen gekregen van Europanen die willen dat verwijzingen in zoekresultaten naar documenten of andere content verwijderd woren. Dat bleek begin mei. Google heeft sinds het lanceren van de mogelijkheid om 'vergeten te worden' 912.449 URL's geëvalueerd om te zien of er inderdaad reden was om verwijzingen hier naar te verwijderen. 41,3 procent van de verwijzingen naar URL's zijn inderdaad verwijderd uit de Europese zoekdatabases van Google. Eind vorig jaar meldde Google dat het al meer dan 189.000 verzoeken tot het verwijderen van zoekresultaten had gekregen, die in 59,8 procent van de gevallen zijn gehonoreerd.
Nederlanders hebben in het eerste jaar van het vergeetrecht ruim 15.000 keer een verzoek ingediend bij Google om één of meer verwijzingen bij zoekresultaten te verwijderen. Het ging daarbij om ruim 54.400 URL's. In 42,7 procent van alle gevallen is een verwijzing naar een URL verwijderd.