
Slechts een kwart van de Nederlandse organisaties is in staat om alle relevante securityinformatie op één centraal platform bij elkaar te brengen. De overige driekwart heeft een te grote lappendeken aan los van elkaar functionerende security-tools in gebruik. Zo heeft 70 procent van de Nederlandse organisaties vier of meer security-tools in gebruik.
Dit betekent in de praktijk dat het erg lastig is om in real-time dreigingen te detecteren en af te slaan. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Omgaan met complexe dreigingen’ dat Pb7 Research in opdracht van Intel Security heeft uitgevoerd. Negen op de tien Nederlandse organisaties verwacht ondanks investeringen in security-technologie nog niet in staat te zijn om een goed opgezette aanval van cybercriminelen tegen te houden. Zij wijten dit met name aan een ontoereikende beveiligingsarchitectuur van los van elkaar opererende onderdelen.
Het onderzoek van Pb7 laat volgens Intel zien dat het inzetten van losse beveiligingsproducten van vaak diverse leveranciers kansloos is tegen de real-time dreigingen waar organisaties nu mee te maken kunnen krijgen. Er is geen onderlinge samenwerking of uitwisseling van informatie mee mogelijk. Voor het afslaan van geavanceerde aanvallen is dit juist nodig.
Onderdelen zoals Security Information and Event Management (SIEM), endpoint-beveiliging, advanced threat detection en de informatievoorziening over dreigingen moeten volgens Intel veel meer één geheel moeten vormen. Alleen dan zijn geavanceerde dreigingen tijdig op te merken en kunnen er meteen maatregelen genomen worden.
Door de slechte comptabiliteit van diverse security-tools slecht op elkaar aansluiten, ontstaan problemen zoals dat 44 procent van de ondervraagde organisaties vast dat dreigingen gemakkelijk over het hoofd worden gezien. Nog eens 43 procent concludeert dat dreigingen onvoldoende of zelfs helemaal niet onschadelijk worden gemaakt. Pb7 noemt het dan ook opmerkelijk dat in het onderzoek slechts een kleine minderheid van de organisaties (17 procent) van mening is dat men teveel security-tools toepast.
Onder een ‘geavanceerde aanval’ door cybercriminelen wordt in dit onderzoek onder andere een aanval bedoeld die duidelijke stealth-kenmerken vertoont of die is uitgevoerd op basis van een zero day kwetsbaarheid. Een derde van de ondervraagde organisaties stelt al met een dergelijke aanval te maken te hebben gehad. Nog eens een derde van de organisaties geeft aan niet te weten of men dergelijke aanvallen heeft ondergaan.
De gevolgen van dit soort aanvallen zijn groot. Een op vijf organisaties geeft aan dat bij dit soort incidenten werkprocessen zijn verstoord. In een beperkt aantal gevallen (6 procent) is gevoelige bedrijfsinformatie gestolen. Nog eens 22 procent stelt dat men eigenlijk geen idee heeft of er schade is geleden bij een geavanceerde aanval en zo ja, hoe groot die schade was.