
De technologische race naar 5G is in korte tijd een kwestie van nationale veiligheid geworden, blijkt uit de tussenrapportage van het ministerie van Buitenlandse Zaken over de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (GBVS). 5G zet de verhoudingen tussen de grootmachten op scherp en Nederland merkt dat ook.
Het kabinet Rutte-III heeft die GBVS in 2018 ingezet. Immers: de dreigingen die uitgaan van bijvoorbeeld terroristische aanslagen, cyberaanvallen, ongewenste buitenlandse inmenging, militaire druk op ons grondgebied, en aanvallen op vitale economische processen, vinden hun oorsprong veelal in het buitenland.
Er staat alleen menselijk handelen op de lijst. Natuurlijke oorzaken, zoals een uitbraak van een gevaarlijk virus, worden niet benoemd. Die natuurlijke oorzaken zitten in een ander dossier, namelijk de Nationale Veiligheidsstrategie (NVS). Het kabinet erkent dat een pandemie niet voorkwam op de lijst van mogelijke dreigingen en de veiligheidsrisico’s, maar ziet in dat Covid-19 ook invloed heeft op menselijk handelen.
Technologie als strategisch belang
De presidenten van de Verenigde Staten en China zetten hoog in als het gaat om 5G en de bedrijven die dat ontwikkelen en leveren aan mobiele netwerken. Het (inter)nationale debat over de implementatie van het 5G-netwerk en bescherming van kritische technologie illustreert waar de druk vanuit deze grootmachten samenkomt.
Rusland wordt aangemerkt als land met een offensieve cyberstrategie. De AIVD en MIVD hebben in hun jaarverslag 2018 gezegd dat dat de grootste dreiging op het gebied van economische spionage afkomstig is van China, getuige de toenemende Chinese interesse in Nederlandse bedrijven in de sectoren hightech, energie, maritiem en life sciences & health.
De Nederlandse regering werkt aan eigen beleid, zoals cybersecurity, zoals de maatregelen rondom 5G-netwerken en de Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie. Ook zoekt zij de samenwerking in internationale organisaties, zoals de NAVO en de Europese Unie.