
Dat verschillende marktpartijen interesse hebben in het aanleggen van een glasvezelnetwerk is op zichzelf toe te juichen. Dat antwoordt Mona Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, op Kamervragen over mogelijke netwerkduplicatie in een aantal Nederlandse gemeenten.
‘De marktpartijen kunnen dan namelijk concurreren bij de aanleg van netwerken, door middel van differentiatie op de diensten of met de hoogte van de eigen bijdrage die van eindgebruikers wordt gevraagd. Dat is ook bevorderlijk voor innovatie en keuzevrijheid van consumenten. Partijen moeten zich daarbij wel houden aan de geldende mededingingsregels. Het is aan de ACM om te beoordelen of dat het geval is,’ zo legt Keijzer uit.
Gelijktijdige vraagbundelingstrajecten in eenzelfde regio worden door het kabinet niet toegejuicht, maar het staat commerciële bedrijven vrij dit te doen. Keijzer ziet het risico dat geen van de marktpartijen in zijn opzet slaagt omdat de handtekeningen te veel verdeeld kunnen raken. Maar dat is aan hen, en deze partijen kunnen ervoor kiezen de uitrol toch door te zetten ook al is de vraagbundeling niet gehaald of samen te werken aan de uitrol in het betreffende gebied.
Geen antwoord op de vraag
De vragensteller haalde het voorbeeld van Deurne aan, waar KPN een glasvezelnetwerk wil gaan uitrollen nadat concurrent E-Fiber al eerder soortgelijke plannen had aangekondigd. KPN doet dat zonder vraagbundelingstraject en er is geen sprake van genoemd risico, waardoor de antwoorden van de staatssecretaris niet direct op deze vraag ingingen.
De vragensteller wilde Keijzer’s mening weten over de rol van KPN, dat zich enkel richt op de kernen en met het huidige uitrolbeleid al dan niet kleinere aanbieders uit de markt drukt of ontmoedigt te investeren. In het geval van Deurne wil E-Fiber zowel de kernen als het buitengebied van FTTH voorzien, terwijl KPN het buitengebied niet meeneemt in zijn plannen.