Staatssecretaris Mona Keijzer vindt dat Amsterdam de juiste plek is voor de FTTH Council om haar jaarlijkse conferentie te houden. Nederland is internationaal één van de koplopers in internetconnectiviteit als het om vaste verbindingen gaat. Als het om de kwaliteit van mobiel breedband gaat, staat Nederland ook aan de top, zo startte Keijzer haar toespraak.
De FTTH Council Europe had bij de keynote speeches een plek ingeruimd voor de beleidsbepaler en de toezichthouder van thuisland Nederland. Voor een internationaal publiek gaven Mona Keijzer en ACM-directeur Martijn Snoep een korte samenvatting van hun aanpak. Voor de vele buitenlanders in de zaal bracht het wellicht nieuwe inzichten, voor de Nederlanders was de inhoud grotendeels bekend.
In haar keynote speech tijdens de FTTH Conference in Amsterdam sprak Keijzer nog eens de beleidsambities op het vlak van telecom uit: iedereen heeft in 2020 een 100 Mbps-verbinding. Beter nog: iedereen heeft in 2023 een gigabitverbinding. Het eerste deel van de ambitie zal naar alle waarschijnlijkheid worden behaald, uitgaande van het feit dat een 100%-dekking irreëel is. Het tweede deel wordt een grotere, maar niet onuitvoerbare uitdaging. Het is wel wat men tijdens een FTTH conferentie wil horen.
Keijzer gaf in korte zinnen aan dat het beleid streeft naar perfecte connectiviteit waar je ook bent in Nederland, het voorkomen van digital divide – het buitengebied blijft leefbaar, de broadband map, een overheid die een helpende hand wil uitsteken bij de echte rurale adressen en de essentie van breedband voor het Nederlandse bedrijfsleven. Digitale transformatie is essentieel voor Nederlandse bedrijven en overheid en bedrijfsleven hebben elkaar nodig bij de vorming van een digitale samenleving.
De staatssecretaris kent bovendien haar bevoorrechte positie: "als we in Europees verband zeggen dat we bezorgd zijn over het buitengebied, worden we meewarig aangekeken door vertegenwoordigers van landen als Frankrijk en Polen."
ACM wil open netwerken en FTTH in de Randstad
Martijn Snoep gaf een korte inzage in de beslissingen om de twee grote spelers op de Nederlandse telecommarkt voor vaste netwerken te reguleren. Waar Keijzer de bekende toppositie van Nederland aangaande connectiviteit benadrukte, gaf Snoep aan dat de markt de afgelopen vier jaar er niet beter op geworden was. Drie maal daling en eenmaal stijging: de investeringen in vaste netwerken zijn elk jaar gedaald, het aantal nieuwe homes passed op glasvezel daalde en de churn op de vaste netwerken daalde. Daartegenover stond dat de consumentenprijzen stegen.
De strategieën van KPN en VodafoneZiggo werden om deze redenen geanalyseerd en in een daaropvolgend stadium gereguleerd. Althans voor KPN gold dat de al bestaande regulering niet minder werd en VodafoneZiggo moet zijn netwerk, als het aan ACM ligt, openstellen voor derden.
Opvallend is de houding die Snoep ten opzichte van FTTH heeft. Aangezien er minder glasvezel in de Randstad dan in de rest van het land ligt, ziet de toezichthouder daar een taak voor zichzelf. Het wil de uitrol in het westen van het land stimuleren. Met bovenstaande redenering dat KPN en VodafoneZiggo elkaar en de markt in evenwicht houden, is dat begrijpelijk. Maar er valt ook iets te zeggen voor een technologieneutrale benadering, zoals de Deense toezichthouder op hetzelfde evenement benadrukte. Hoe dit stimuleren van de FTTH-uitrol in de Randstad in zijn werk gaat, is ook voor ACM nog niet geheel helder, zo bleek op de eerste dag van de conferentie.
Snoep gaf verder aan dat ACM zich liever ver van tariefregulering houdt en dat het toezicht zich toespitst op Connectivity and Competition.
