Nederlandse gemeenten zijn niet blij met glasvezelaanbieders die elkaar beconcurreren, zoals KPN en E-fiber in Deurne en Rekam (nu met KPN) en Delta in Gouda. Toch zijn zij er huiverig voor om zich te actief te bemoeien met glasvezelaanleg om zo problemen aan te pakken zoals hierboven genoemd.
De reden hiervoor, zo schrijft Binnenlands Bestuur, is een botsing tussen de gemeente Appingedam en de Europese Commissie in 2006. Appingedam was in 2006 bezig met het Damsternet-project, dat gemeentelijke glasvezeldiensten moest aanbieden over een eigen netwerk. Volgens de EC was er te veel sprake van overheidsbemoeienis die de vrije marktwerking in de weg zou zitten. Zij reageerde daarmee op klachten van private aanbieders. Reden voor de gemeente om het project af te blazen.
Appingedam schiep daarmee volgens Binnenlands Bestuur een dubbel precedent. Allereerst maakte de ingreep van de EC overheden angstig om aangeklaagd te worden door marktpartijen als ze zich te veel bemoeiden met de aanleg van glasvezel door zelf te investeren. Ten tweede werd de uitrol van glasvezel vertraagd - vooral in buitengebieden. Operators zoals KPN en kabelaanbieders waren meer bezig met het verbeteren van bestaande technologie (xDSL, coax) om hier hogere snelheden te behalen.
Verkennend onderzoek ACM
De ACM is inmiddels na klachten van onder meer T-Mobile over glasvezelconcurrentie door KPN begonnen met een verkennend onderzoek naar de uitrol van glasvezel. De ACM vindt het niet wenselijk als problemen zoals dubbele vraagbundelingstrajecten er toe leiden dat investeringen in glasvezel niet doorgaan, of dat de concurrentie op deze markt wordt verstoord. Daarom wil de toezichthouder in kaart brengen wat zich allemaal op de markt afspeelt.
