
Europees Commissaris Neelie Kroes heeft haar plannen inzake de tweede helft van de Digitale Agenda gepresenteerd. De belangrijkste elementen zijn dat de regulering tot 2020 consistent en stabiel blijft. De incumbents krijgen meer tijd voor hun legacy netwerken. Daar staat tegenover dat de teugels worden aangehaald op het gebied van wholesaletoegang. Het speelveld moet gelijk worden voor alternatieve aanbieders.
Een belangrijk einddoel van de Digitale Agenda is dat de helft van de Europese gebruikers in 2020 een downloadsnelheid van 100 Mbps kan afnemen. Voor alle EU-huishoudens moet minimaal 50 Mbps beschikbaar zijn, ook in buitengebieden. Om dit doel te verwezenlijken moet de komende jaren een groot bedrag worden geïnvesteerd in Next Generation netwerken (NGN’s). Glasvezel is niet de enige technologie, ook upgrades van bestaande netwerken (satelliet, koper) en mobiele NGN's (LTE) kunnen er voor zorgen dat elk huishouden toegang heeft tot supersnel breedband internet.
Directe investeringen vanuit de Commissie zullen hooguit een beperkte rol spelen bij de realisatie van de Digitale Agenda. De grote investeringen in NGN’s zullen moeten worden opgebracht door de marktpartijen –niet alleen de incumbents, maar ook de challengers. De ontwikkeling van nieuwe diensten, zoals cloud computing, eHealth en Connected TV, moet dienen als katalysator, met daarnaast randvoorwaarden als privacy en integriteit van data.
De Commissie legitimeert de doelstellingen in aanzienlijke mate vanuit een consumentenbelang en het belang van de interne markt. Waar de interne markt in het geding is, zal de Commissie zelf ingrijpen. De per jaar dalende caps op de roamingtarieven per 1 juli van dit jaar, 2013 en 2014 zijn een voorbeeld.
Een van de moeilijkste vraagstukken, aldus Kroes, is de regulering van de bestaande netwerken en de vraag welke kant de tariefregulering op gaat. Te hoge tarieven (aantrekkelijke legacy-netwerken) zouden de ontwikkeling van nieuwe netwerken kunnen remmen, te lage tarieven brengen het risico met zich mee dat er geen geld is om te investeren. Kroes stelt geen reden te zien om te veronderstellen dat de gemiddelde prijzen voor ontbundelde toegang (rond de 9 euro per maand per lijn) niet in orde zijn.
Daar staat tegenover dat de Commissie de komende jaren meer verwacht van de toegangsregulering. Ook de toezichthouders krijgen een opdracht mee. Ze moeten zorgen voor gelijkwaardige toegang voor alternatieve aanbieders. Ze moeten indicatoren gaan bijhouden over de faciliteiten die een incumbent aanbiedt aan wholesale afnemers en een margin squeeze test ontwikkelen.
Kroes stelde recent dat het radiospectrumbeleid en de tarieven voor roaming in de EU de eerste concrete stappen waren in een markt waarin het dataverkeer exponentieel groeit. Desondanks wijzen de statistieken uit dat een kwart van de bevolking niet online is. Beleidsmakers zijn huiverig om te investeren in ICT en daarmee in economische groei en de toekomst, zo benadrukte Kroes afgelopen juni, vooruitlopend op de invulling van de Digitale Agenda voor de komende jaren.