
84 procent van de Nederlandse marketeers verwacht dat online video snel belangrijker zal worden in de marketingmix. Vier op de tien (42,6%) van hen zet al video ads in. Ruim een vijfde (22,1%) wil dat de komende twaalf maanden doen. Dat blijkt uit een onderzoek van MediaScience, uitgevoerd door Adformatie, onder 135 marketeers werkzaam bij de top 1.000 adverteerders.
Ruim een derde van de respondenten (36%) voorziet een sterke toename van de bestedingen aan online video advertising in de komende één tot twee jaar. 48,3 procent verwacht een beperkte toename van het budget voor video ads. De stijgende bestedingen aan online video advertising gaan nog niet ten koste van de budgetten voor televisiereclame, dat stelt tenminste 60 procent van de ondervraagde marketeers. Bij vier op de tien adverteerders is dat al wel het geval. Twee derde van de marketeers hevelt 0 tot 25 procent van het tv-budget over naar online video. Circa een derde zet al het volledige voor tv-reclame bestemde budget in voor video ads.
YouTube wordt het vaakst ingezet voor online video advertising (genoemd door 86,4%), gevolgd door Facebook (81,4%). Op de derde plaats (met 64,4%) komen eigen kanalen van de organisatie, zoals websites. Op grote afstand volgen video on demand-platforms als RTL XL (28,8%), Uitzending Gemist (22%) en Kijk (3,4%).
Zeven op de tien marketeers (70,6%) staan positief tot zeer positief ten opzichte van de mogelijkheden van online video advertising. Ze zijn vooral tevreden over het integratiegemak van video in online campagnes en de meetbaarheid van video’s ads. Onvoldoende effectiviteit is het belangrijkste motief om geen online video advertising in te zetten, stellen eveneens zeven van de tien marketeers (71,4%). 28,6 procent van de marketeers vindt daarnaast de productie van videomateriaal duur, terwijl 14,3 procent aangeeft niet bekend te zijn met de mogelijkheden van online video advertising.