Opta wil graag met vertegenwoordigers van de regering in gesprek over de modernisering van artikel 13 van de Grondwet. Het kabinet moderniseert artikel 13 van de Grondwet - dat bescherming van het brief- en telecommunicatiegeheim regelt – vanwege de voortschrijdende communicatietechnologie.
In het grondwetsvoorstel wordt de bescherming uitgebreid naar alle huidige en toekomstige communicatiemiddelen. Communicatiediensten worden niet langer door de overheid geleverd, maar door bedrijven. Daarom staat in het grondwetsvoorstel ook de opdracht aan de wetgever om de bescherming van de privécommunicatie in de verhouding tussen de burger en deze bedrijven te regelen.
Opta vindt het naar eigen zeggen belangrijk dat de wetgever de bescherming van het communicatiegeheim regelt bij communicatiediensten van bedrijven. Consumenten hebben vaak niet de kennis en de middelen om zelf de geheimhouding te regelen. De toelichting bij het grondwetsvoorstel gaat in op de bescherming van het briefgeheim in de Postwet 2009 en het telecommunicatiegeheim in de Telecommunicatiewet. Opta signaleert een aantal aandachtspunten voor de uitwerking van het brief- en telecommunicatiegeheim in de wetgeving.
Zo stelt de toezichthouder dat artikel 13 van de Grondwet bij aanname van de voorgestelde vernieuwing moderner is dan de nieuwe Telecommunicatiewet, waarvan de wijzigingen dit jaar ingaan of al in zijn gegaan. Onder meer op het gebied van social media moet de nieuwe Telecomwet ook weer aangepast worden om gelijk op te lopen met de Grondwet.
Opta vindt ook dat verkeersgegevens zoals een URL onder het communicatiegeheim moet vallen. Het kabinet wil die bescherming beperken tot de inhoud van elektronische communicatie. Volgens Opta wordt een URL bijvoorbeeld bij het geven van een zoekopdracht onderdeel van de inhoud van communicatie. Bovendien stelt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat verkeersgegevens onlosmakelijk deel uitmaken van door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens beschermde communicatie. Dat uitgangspunt hanteert ook de ePrivacy-richtlijn van de Europese Commissie.
Opta stelt ook vraagtekens bij het kabinetsvoorstel op het gebied van ‘informed consent’ inzake vergaring en verwerking van persoonsgegevens. Het lezen van en instemmen met de algemene voorwaarden valt onder een dergelijke 'informed consent'. De toezichthouder kan zich wel vinden in de kabinetsvisie dat burgers in de toekomst mogelijk meer ondersteuning moeten krijgen om er zeker van te zijn dat zij ook afdoende geïnformeerd zijn via de algemene voorwaarden
