
Het aantal betalingen met contant geld is vorig jaar opnieuw afgenomen, meldt Betaalvereniging Nederland. In 2018 betaalden consumenten in Nederland 37 procent van hun aankopen in winkels, horeca en dergelijke met contant geld en 63 procent met hun pinpas. In 2017 werd 41 procent van de aankopen contant afgerekend.
Hoewel consumenten voor onderlinge betalingen overwegend contant geld gebruiken, is ook hier een verschuiving richting elektronische betaalwijzen zichtbaar, blijkt uit onderzoek van Betaalvereniging en De Nederlandsche bank. De stijging van pinnen is het sterkst bij bedragen tot EUR 5, terwijl er nauwelijks verandering is bij bedragen vanaf EUR 50.
Tussen 2017 en 2018 is het aantal contante betalingen door consumenten in winkels, horecagelegenheden, benzinestations, op de markt en bij dienstverleners afgenomen van 2,74 miljard betalingen (met een waarde van EUR 35 miljard) naar 2,53 miljard betalingen (met een waarde van EUR 34 miljard).
Het ‘Tikkie-effect’
Nederlanders hebben in 2018 bijna 600 miljoen onderlinge betalingen gedaan met een totale waarde van EUR 22 miljard. Hieronder vallen transacties tussen familieleden, vrienden, collega’s en kennissen onderling (500 miljoen transacties) en transacties voor school- of sport gerelateerde activiteiten, zoals cadeautjes voor de docent/ trainer, bijdragen voor feestjes en dergelijke (87 miljoen transacties).
In 2018 hebben Nederlanders in 59 procent van de onderlinge betalingen contant geld gebruikt en bij 38 procent op elektronische wijze geld naar elkaar overgemaakt. In vergelijking met 2017 is het gebruik van contant geld voor onderlinge betalingen met 8 procentpunten gedaald van 67 procent naar 59 procent. De verschuiving richting elektronisch is hier sterker dan bij betalingen aan de kassa. Dit komt waarschijnlijk doordat steeds meer mensen de mogelijkheden voor onderlinge betalingen op de mobiel ‘ontdekken’.