
De Rechtbank in Haarlem heeft geoordeeld dat politie en justitie verdachten mag dwingen om een biometrisch beveiligde smartphone te ontgrendelen. De uitspraak schept een precedent voor toekomstige zaken waarbij politie en justitie inzage willen krijgen in apparaten die van een biometrische beveiliging zijn voorzien.
In een zaak had de politie tijdens een verhoor een verdachte geboeid en vervolgens zijn duim op de vingerafdruksensor van de smartphone geplaatst om toegang te kunnen krijgen tot de inhoud van het toestel. De rechter noemde dit 'een beperkte inbreuk op de lichamelijke integriteit'.
De advocaat van de verdachte had stelling ingenomen dat verdachten onder de Nederlandse wetgeving niet hoeven mee te werken aan hun veroordeling. Om die reden kunnen verdachten niet verplicht worden om wachtwoorden of pincodes te verstrekken waarmee politie of justitie toegang krijgen tot beveiligde apparatuur. Biometrische beveiligingsmethodes, zoals bijvoorbeeld een vingerafdruksensor, gezichtsherkenning of irisscanners vallen volgens de rechtbank van Haarlem niet onder dit beginsel.
In de zaak stonden totaal drie verdachten voor de rechter op verdenking van deelname aan phishing-activiteiten gepleegd in 2015 en 2016. In de zaken zijn de verdachten uiteindelijk veroordeeld tot werk- en gevangenisstraffen.