Zoekmachine Google hoeft de gegevens van een veroordeelde man niet te verwijderen. Dat heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam in kort geding bepaald. De man wilde dat Google verschillende links die verwijzen naar websites (waarop informatie staat over de veroordeling van de man in 2012 voor een ernstig misdrijf) zou verwijderen.
De crimineel baseerde zich op de Wet bescherming persoonsgegevens en een uitspraak van het Hof van Justitie van de EU uit mei 2014. In die uitspraak bepaalde het Hof dat mensen een verzoek kunnen indienen bij zoekmachines zoals Google om bepaalde zoekresultaten te verwijderen. Volgens het zogeheten Costeja-arrest van dat Hof kan men zich echter alleen verzetten tegen het tonen van zoekresultaten die ‘irrelevant” ‘buitensporig’ of ‘onnodig diffamerend’ zijn.
De voorzieningenrechter oordeelt dat negatieve publiciteit als gevolg van een ernstig misdrijf in zijn algemeenheid juist blijvend relevante informatie over een persoon is. Dat de zoekresultaten verwijzen naar berichten die ‘buitensporig’ of ‘onnodig diffamerend’ zijn, heeft de man onvoldoende onderbouwd, aldus de uitspraak. De rechter benadrukt dat de eiser de gevolgen van zijn eigen handelen te dragen heeft, inclusief de te verwachten negatieve publiciteit.
De veroordeelde crimineel was in 2012 schuldig bevonden aan een poging tot het uitlokken van een huurmoord. De te verwijderen links verwezen onder andere naar een programma van misdaadverslaggever Peter R. de Vries, nieuwsberichten en een boek over de zaak. Google heeft een deel van deze links verwijderd, maar handhaafde een verwijzing naar het boek op Amazon.
