
Het aantal Nederlanders met toegang tot internet in huis is in 2013 licht gestegen. Inmiddels heeft 93 procent van de Nederlanders thuis een internetverbinding, tegenover 92 procent in 2012. Dit blijkt uit het Media Standaard Survey-rapport van Stichting Kijkonderzoek (SKO), Nationaal Luisteronderzoek (NLO) en Nationaal Onderzoek Multimedia (NOM). De toegang tot internet onderweg is het sterkst gestegen, van 28 procent in 2012 naar 37 procent in 2013.
Uit het rapport blijkt dat de toegang van laag opgeleiden (geen onderwijs, basisonderwijs, LBO/VBO/VMBO) tot internet onder het gemiddelde ligt. Zo heeft 79 procent van deze groep toegang tot internet in huis, tegenover 98 procent van de hoog opgeleiden (HAVO/VWO/HBO/WO). Voor internet op het werk is dit respectievelijk 15 procent tegenover 63 procent, voor internet onderweg 13 procent tegenover 51 procent. Van de laag opgeleiden heeft 19 procent zelfs helemaal geen toegang tot internet, tegenover 2 procent van de hoog opgeleiden.
Het aantal internetters dat daadwerkelijk gebruik maakt van internet steeg in vergelijking met 2011 met 3 procent naar 12,7 miljoen. Volgens de onderzoekers komt deze stijging vooral voor rekening van vrouwen, ouderen en laag opgeleiden. Het rapport spreekt hier van een inhaalslag. De penetratie onder jongeren ligt op nagenoeg 100 procent. Van de ondervraagden geeft 49 procent aan wel eens smartphone te gebruiken om mee te internetten, tegenover 27 procent in 2011. Voor internetgebruik op een tablet ligt dit op 35 procent in 2013, tegenover 8 procent in 2011. Minder mensen gebruiken hun spelcomputer om mee online te gaan: in 2011 was dit 7 procent, in 2013 5 procent.