
Zo'n 27 procent van de mensen die vanwege de coronacrisis (meer) zijn gaan thuiswerken, verwacht dit na de crisisfase vaker te blijven doen. Van de mensen die (meer) op afstand zijn gaan vergaderen, denkt 36 procent dit ook na de crisisfase vaker te doen.
Dat blijkt uit een rapport van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het rapport gaat in op de effecten van de coronacrisis op mobiliteitsgedrag en mobiliteitsbeleving, waarbij vier gebieden worden aangehaald: Activiteiten buitenshuis; Werk en onderwijs; Reisgedrag; Beleefde impact corona.
44 procent werkenden vaker thuis aan de slag
Eerder bleek al dat ongeveer 44 procent van de werkenden als gevolg van de coronacrisis gestart met, of meer is gaan thuiswerken. Het aandeel mensen dat bijna volledig thuiswerkt, is toegenomen van 6 procent naar 39 procent. Voor op afstand vergaderen betreft dit zo’n 30 procent van de werkenden.
In 2019 werkte al 39 procent van alle werkenden thuis, zo bleek eerder uit cijfers van het CBS. Het merendeel deed dat echter incidenteel en vaak niet op een vaste dag. De hoogste percentages thuiswerkers waren te vinden onder overheidsbestuurders, managers ICT en beleidsadviseurs. In 2019 faciliteerden 8 op de 10 grotere bedrijven telewerken.
Met name in ICT meer thuisgewerkt
Met name in de sectoren Automatisering & ICT en Onderwijs & Wetenschap wordt nu meer thuisgewerkt en op afstand vergaderd (meer dan 80%). In de sector (Detail)handel gebeurt dit minder vaak (rond de 20%).
Thuiswerken gaat het grootste deel van de thuiswerkers (ruim 60%) makkelijk af, ondanks dat een groot deel van hen nog geen ervaren thuiswerker was. De meeste mensen hebben hier naar eigen zeggen ook goede digitale faciliteiten voor. Ook ruim 60 procent geeft aan productief genoeg te zijn en 50 procent zegt voldoende contact met collega's te hebben.
Goede ervaringen met op afstand vergaderen
Ook met op afstand vergaderen hebben de meeste mensen die dit nu meer doen goede ervaringen; wel vindt de meerderheid van deze groep het met name geschikt voor vergaderingen met directe collega’s. Zo'n 40 procent vindt digitaal vergaderen net zo productief als gewoon vergaderen.
Vooral binnen de sector Automatisering & ICT is men positief over het thuiswerken. Werknemers hier verwachten ook het meest na de coronacrisis vaker te blijven thuiswerken. Werknemers binnen de sectoren Gezondheidszorg en Onderwijs & Wetenschap zijn minder positief en verwachten minder vaak te blijven thuiswerken.
Hoewel de ervaringen met thuiswerken en op afstand vergaderen overwegend positief zijn, geven scholieren en studenten juist aan minder positief te zijn over het thuis onderwijs volgen. Wel hebben ze vaak afdoende digitale faciliteiten (rond de 90%). Slechts een klein deel van hen (13%) verwacht dan ook na de coronacrisis vaker online thuis onderwijs te volgen.
Digitaal geen blijvend alternatief voor boodschappen, sociaal contact
Verder blijkt dat de meerderheid van de ruim 2.000 ondervraagde respondenten digitaal boodschappen niet als een structureel alternatief zien voor naar de winkel gaan. Fysiek boodschappen doen wordt momenteel weliswaar als onprettig ervaren, maar het digitale alternatief bevalt ook slechts 20 procent. Oudere mensen beleven digitale oplossingen minder vaak als een geschikt alternatief voor fysiek boodschappen doen dan jongere mensen. De groep van 25-44 jaar is hierover het meest positief (ruim 20%).
Digitale contacten - via social media, instant messaging of beeld-videobellen - worden momenteel wel als prettiger ervaren dan contacten buitenshuis. Dergelijke contacten bieden echter geen volwaardige vervanging voor fysiek afspreken. Nergens is meer dan 18 procent de mening toegedaan dat digitaal wel een volwaardig alternatief is.