
Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, naast Oostenrijk, Denemarken en Zweden, blijven goedkopere landen voor mobiele telefonie in vergelijking met andere landen in West-Europa. Griekenland en Portugal zijn daarentegen landen waarin consumenten gemiddeld het duurst uit zijn, zo blijkt uit de resultaten van EU Benchmark Q1 2014-rapport van Telecompaper.
Oostenrijk, Denemarken, Frankrijk, Zweden en het VK bleken ook goedkopere landen voor mobiele telefonie te zijn in de vorige versie van het rapport, gepubliceerd eind vorig jaar. Aan dit rijtje kunnen nu ook Finland, Noorwegen en Zweden worden toegevoegd als landen waarin consumenten gemiddeld minder betalen voor mobiele telefonie in vergelijking met andere West-Europese landen. In België, Duitsland, Italië, Ierland, Nederland, Spanje en Zwitserland betalen consumenten soms meer en soms minder voor mobiele telefonie, afhankelijk van het type abonnement.
Er zitten bijvoorbeeld grote prijsverschillen tussen SIM-only abonnementen met een relatief grote bundel (met duizend belminuten of meer en tweeduizend MB of meer) in de verschillende landen. In de onderzochte periode varieerden de prijzen voor een dergelijk abonnement met een mediaan van 20 euro per maand in Denemarken tot 92 euro per maand in Griekenland. In Nederland lag de mediaan voor een dergelijk abonnement op 42 euro per maand, de precieze mediaan van alle zestien onderzochte landen (TP16).

Het rapport vergelijkt de prijzen voor mobiele telefonie in zestien landen in West-Europa in het eerste kwartaal van 2014. De nieuwste editie voegt Finland, Griekenland, Noorwegen, Portugal en Zwitserland toe aan de bestaande rij landen Oostenrijk, België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Nederland, Spanje, Zweden en het VK.
De analyse is gebaseerd op de beschikbare abonnementen van alle MNO’s in deze zestien Europese landen, naast die van de MVNO’s die bezig zijn met het opzetten van hun eigen netwerken en een beperkt aantal sub-brands van de MNO’s. Al met al zijn meer dan 3300 abonnementen van 72 operators met elkaar vergeleken.
De gebruikte methodologie is gelijk gebleven in vergelijking met het vorige rapport. Er is uitgegaan van een algehele ‘total cost of ownership’ (TCO), die alle elementen van een consumentenabonnement omvat. Zo is het belangrijk om ook de (verborgen) kosten van een handset mee te nemen in de TCO. In het rapport wordt onderscheid gemaakt tussen vier verschillende soorten abonnementen: eentje met een goedkope handset, een mid-range handset en een duur toestel, en een SIM-only abonnement. De TCO omvat daarnaast alle maandelijkse abonnementskosten, zoals eenmalig te betalen activatiekosten, en aangeboden kortingen. Daarnaast is gecorrigeerd op verschillen in koopkracht in de zestien onderzochte landen.