
Een belangrijk staflid van het Witte Huis dringt aan op vertraging bij het implementeren van bepaalde delen van de wet die het verbod op handel, samenwerking en andere activiteiten met Huawei moet bekrachtigen. Daarbij doelt hij met name op het verbod op de verstrekking van federale leningen en subsidies dat grote gevolgen kan hebben voor veel Amerikaanse bedrijven die diensten en producten aan de overheid en overheidsinstanties leveren.
De reden die Russel T. Vought, waarnemend directeur van het Office of Management & Budget (OM) aanvoert, is de impact die de ban op Huawei zal hebben op extra kosten waar Amerikaanse bedrijven die met Huawei samenwerken mee te maken krijgen. Dat schrijft de Wall Street Journal, die de brief van Vought, geadresseerd aan Vice President Mike Pence en negen congresleden, heeft kunnen inzien.
Overheidsleveringen in gevaar
Vought spreekt in de brief van 4 juni met name over delen van de National Defense Authorization Act die betrekking hebben op het verbod om nog langer federale subsidies en leningen te verstrekken aan bedrijven die met Huawei samenwerken of apparatuur van de Chinese fabrikant gebruiken of aanschaffen. Dat zou volgens hem namelijk kunnen leiden tot een "drastische vermindering" van het aantal bedrijven dat daarna nog in staat is om leveringen aan de overheid te garanderen.
Daarnaast heeft de ban disproportionele gevolgen voor Amerikaanse bedrijven in landelijke gebieden - waar Huawei-apparatuur populair is - die afhankelijk zijn van federale subsidies. Vorige week pleitte een aantal congresleden al voor het verlenen van extra subsidies aan bedrijven die door het Huawei-verbod voor onverwachte kosten en investeringen komen te staan.
In zijn brief vraagt Vought om de beperkingen voor ontvangers van federale leningen en subsidies pas vier jaar na de passage van de wet in te laten gaan, in plaats van de huidige twee jaar. Dat moet voorkomen dat die bedrijven onevenredig zwaar getroffen worden en de tijd krijgen om te reageren en feedback te geven.
Geen gevolgen voor Amerikaanse Huawei-beleid
Een woordvoerder van de OMB verklaarde tegenover de WSJ echter ook dat de brief geen verandering in het Amerikaanse beleid inzake Huawei vertegenwoordigde. Het zal ook geen invloed hebben op de beperkingen met betrekking tot Huawei en zaken doen met de Amerikaanse overheid of op de verkoop van Amerikaanse technologie aan het bedrijf. "Dit gaat over het garanderen dat bedrijven die zaken doen met de Amerikaanse overheid of federale subsidies en leningen ontvangen, tijd hebben om zichzelf te bevrijden van zaken doen met Huawei en andere Chinese technologiebedrijven die zijn opgenomen in de NDAA", aldus de woordvoerder.
In een verklaring zei een woordvoerder van Huawei dat het bedrijf "zich bewust is van de discussies en de situatie nauwlettend volgt." Het voegde eraan toe: "we blijven ons inzetten voor de ondersteuning van onze bestaande Amerikaanse klanten." Vertegenwoordigers van vicepresident Pence en de leden van het Congres aan wie de brief was geadresseerd, waaronder Nancy Pelosi (voorzitter Huis van Afgevaardigden), reageerden niet onmiddellijk op verzoeken om commentaar.
Vraag om uitstel en uitzonderingen groeit
Steeds meer Amerikaanse bedrijven hebben zich de afgelopen weken geconformeerd aan het export- en handelsverbod met Huawei, waaronder ook Google en Facebook. Maar er duiken ook steeds meer berichten op van bedrijven die de nadelen van het Amerikaanse beleid benadrukken en om uitstel of een uitzonderingspositie - zoals Google dat dit weekend deed - vragen. Onlangs stelde de Amerikaanse overheid de uitvoering van het verbod zelf al 90 dagen uit om Amerikaanse bedrijven meer tijd te geven zich voor te bereiden.