België heeft zijn eerste spectrumveiling achter de rug. Van de vijf deelnemers aan de veiling hebben er vier (de drie bestaande MNO’s Proximus, Mobistar en Base en een Chinese deelnemer) spectrum verworven. Alleen het Canadese Craig Wireless viste achter het net. De opbrengst van de veiling bedroeg 77,79 miljoen euro en de vier winnaars hebben allemaal net iets meer betaald dan de minimumprijzen voor de blokken spectrum in de 2,6 GHz-frequentieband. Wat kan de Nederlandse overheid van de Belgische veiling leren?
De Belgische overheid haalt hiermee meer binnen dan de Nederlandse overheid in april 2010. Alle vijf deelnemers – KPN, Vodafone, T-Mobile, Tele2, Ziggo/UPC verkregen destijds het gewenste spectrum zonder veel strijd, totale opbrengst was 2,6 miljoen euro. Het bedrag steekt wel mager af bij veilingen zoals in Spanje augustus 2011 (310 MHz, 1,65 miljard euro) en Zweden in maart 2011 (800 Mhz-spectrum, 231 miljoen euro, drie winnaars, twee verliezers).
De opbrengst van de spectrumveiling in Duitsland april 2010 steekt met kop en schouders boven alles uit (4,38 miljard euro), maar dit is onvergelijkbaar met de overige genoemde veilingen. In Duitsland werd tenslotte spectrum in vier frequentiebanden geveild (800 MHz, 1800 MHz, 2 GHz en 2,6 GHz), waarbij vooral het 800 MHz-spectrum gewild was (het digitaal dividend). Toch was in april vorig jaar één ding duidelijk met betrekking tot de Nederlandse veiling: het was een schoolvoorbeeld van hoe het niet moest. Van een veiling was geen sprake. Wat dat betreft heeft men het in België al beter gedaan. Er waren winnaars en verliezers, dus er was in ieder geval een veiling.
Een groot verschil tussen Nederland en Duitsland was en in mindere mate Nederland en België was toch de mate van concurrentie. Die concurrentie ontbrak totaal op de NL-veiling. Dat kan ook liggen aan het feit dat alleen spectrum en de 2,6 GHz-frequentieband werd aangeboden, maar in Duitsland leverde elk stuk frequentie vele malen meer op dan in Nederland. KPN had als incumbent in Nederland – en T-Mobile en Vodafone als ‘uitdagers’ echt wel meer geboden als er meer kapers op de kust waren geweest dan blokken spectrum.
PriceWaterhouseCoopers schreef naar aanleiding van de 2,6 GHz-veiling april 2010 over een aantal gemaakte fouten: door de reeks aanpassingen (waardoor het veilingontwerp opnieuw moest worden geconsulteerd) was 2,5 jaar vertraging ontstaan. De veiling stond gepland voor het najaar van 2007, maar werd pas in april 2010 gehouden. De kredietcrisis en de tanende interesse voor WiMAX hadden in de tussentijd een stempel gedrukt op de markt. PwC stelde dat enkele marktpartijen belangstelling hadden voor ongepaard spectrum, met name om het regionaal te gaan gebruiken. Deze partijen haakten uiteindelijk af door de ingebruiknameverplichtingen, die in de loop van het traject zijn verzwaard.
Aan de Nederlandse overheid de taak om goed te leren van de voorgaande veiling en van alle voorbeelden in de omringende EU-landen. Dat betekent een evenwichtige veiling, waar voldoende ruimte is voor startende partijen (in ieder geval starters op de mobiele markt) en waar voldoende concurrentie is om daadwerkelijk tot een veiling te komen. Operators hoeft zeker niet het vel over de oren gehaald te worden zoals ruim een decennium geleden gebeurde bij de UMTS-veiling (bijna 3 miljard euro voor vijf licenties. Bovendien is de economische toekomst van de EU en dus Nederland allerminst rooskleurig. Een jaar na de UMTS-veiling spatte de internetbubbel uit elkaar, met alle problemen voor sommige licentiekopers vandien. Er moet geld overgehouden worden om behalve in licenties ook in een netwerkstructuur te investeren in economisch onzekere tijden.