Positieve gevolgen van vertraagde frequentieveiling

Commentary Wireless Netherlands 7 OKT 2011
Positieve gevolgen van vertraagde frequentieveiling

Drie maanden vertraging van de voor 2012 geplande frequentieveiling. Net zoals bij de vorige frequentieveiling (de als mislukt te beschouwen mislukte 2,6 GHz-veiling van april 2010) werd ook nu weer – in een debat halverwege september 2011 – geëist dat er ruimte gereserveerd wordt voor nieuwkomers. Minimaal twee ditmaal, want anders is er onvoldoende concurrentie voor de drie incumbents, vindt een meerderheid in de Tweede Kamer.

Het gevolg is dus opnieuw vertraging van een frequentie veiling. Minimaal één kwartaal, schrijft minister Verhagen aan de Tweede Kamer. De Kamerleden leunen nog tevreden achterover na hun overwinning op Verhagen, die eigenlijk niet verder wilde gaan dan genoeg gereserveerde frequentieruimte voor één nieuwkomer.  Twee vragen komen hier op. Wie is er nu verantwoordelijk voor opnieuw vertraging en, nog belangrijker: maakt het wat uit of de veiling drie maanden later begint?

Om met de eerste vraag te beginnen: op het eerste gezicht lijken het de betrokken parlementariërs, D66, PvdA en PVV  voorop, die met het hameren op ruimte voor nieuwkomers voor de vertraging zorgen.   Maar minister Verhagen van EL&I had zich ook pro-actiever kunnen opstellen. Hij en met hem zijn ministerie had kunnen leren van de vorige frequentieveiling uit 2010, toen wat destijds nog het ministerie van Economische Zaken (staatssecretaris Frank Heemskerk)  was, pas na zware druk vanuit de Tweede kamer alsnog besloot om extra blokken frequentieruimte te reserveren voor nieuwkomers. Gezien de druk vanuit de Tweede Kamer was al sinds halverwege mei 2011 duidelijk dat een meerderheid van de parlementariërs geen genoegen zou nemen met de al toegezegde reservering van 10 MHz in de 800 MHz-frequentieband. 

Ook het huidige compromis – een extra reservering in de 900-band, lag al voor de zomervakantie op tafel. In feite had Verhagen dit al eerder kunnen incalculeren en daarmee vertraging kunnen voorkomen of beperken. Aan de andere kant, als hij en zijn ministerie er van overtuigd waren dat het al gereserveerde spectrum voldoende moest zijn, is het te begrijpen dat men tot op het laatst probeert de Tweede Kamer van het eigen gelijk te overtuigen. Kortom, Tweede Kamer en EL&I dragen beiden schuld aan het uitstel.

Dan de impact van de vertraging. Zorgt de vertraging er voor dat het nog langer duurt voordat eventuele nieuwkomers met licenties aan de slag kunnen om – zelf of samen –een mobiel netwerk op te zetten? Dat niet. De bestaande vergunningen lopen af op 26 februari 2013 en worden niet verlengd. Aan die datum is niets veranderd. Zonder de druk vanuit de Tweede Kamer zouden de incumbents KPN, Vodafone en T-Mobile het echter wel makkelijker hebben om licenties naar zich toe te trekken, zoals zij gedaan hebben bij de Duitse frequentieveiling in 2010. De incumbents bewezen daar over de diepste zakken te beschikken. Drie maanden vertraging kan bij de Nederlandse veiling dus als secundair gezien worden naast het mogelijk maken van meer concurrentie.

Voor de nieuwkomers – wellicht opnieuw Tele2, Ziggo en UPC die het spectrum voor nieuwkomers in 2010 verwierven - zal drie maanden vertraging niet prettig zijn, maar ook niet onoverkomelijk. Het grote voordeel is dat het hen meer kans biedt om voldoende spectrum te verwerven. Met blokken in de 800, 900 en 2,6 GHZ-frequentiebanden hebben zij meer mogelijkheden om een volwaardig draadloos netwerk voor mobiele telefonie en mobiel internet op te zetten. Gezien de explosief groeiende vraag naar mobiele capaciteit is het niet per se de partij die als eerste komt met een LTE-netwerk die wint, maar de partij met voldoende capaciteit om volwaardige diensten te leveren.

Ongetwijfeld zal Verhagen gekeken hebben naar de belangen van de BV Nederland als geheel, terwijl de politici die extra ruimte voor nieuwkomers willen, meer kijken naar de belangen van de consument.  Of nieuwkomers daadwerkelijk in staat zijn een concurrerend netwerk uit te rollen is zeer de vraag. Er is in ieder geval wel een meer evenwichtig uitgangspunt gecreëerd om deze concurrentie van nieuwkomers ten opzichte van de incumbents mogelijk te maken. Wanneer dat inderdaad leidt tot betere (lees: lagere) tarieven en een betere dienstverlening, dan heeft het uitstel een positief gevolg.  

Gerelateerde artikelen