Google Fiber: 1.100 communities melden zich aan voor 1 Gbps

Commentary Broadband Global 29 MRT 2010
Google Fiber: 1.100 communities melden zich aan voor 1 Gbps

Google maakt bekend dat meer dan 1.100 dorpen, steden, provincies (counties) en zelfs complete staten hebben gereageerd op de RfI (request for information) die Google op 20 februari liet uitgaan. Tot 26 maart kon gereageerd worden. De onderneming liet weten, bij wijze van experiment, FTTH te willen uitrollen naar 50 tot 500 duizend mensen. Het netwerk moet open zijn voor service providers en 1 Gbps kunnen leveren. Google wil met dit experiment twee zaken achterhalen: welke toepassingen gaan mensen gebruiken op dit netwerk, en wat is de beste manier om zo'n netwerk aan te leggen?

Google heeft niet bekendgemaakt welke 'communities' hebben gereageerd op de RfI. De komende maanden zullen de mensen, die verantwoordelijk zijn voor Google Fiber (de product managers James Kelly en Minnie Ingersoll), op reis gaan naar deze plaatsen en met overheden en adviseurs praten. Tegen het einde van het jaar wil Google de namen van de uitverkoren plaatsen bekendmaken.

Details over het netwerk zijn er (dus) nog niet, maar wel zijn op voorhand twee belangrijke karakteristieken bekend gemaakt: het netwerk zal 'open' zijn en 1 Gbps bieden. In ons commentaar 'Google betreedt de last mile met FTTH-plannen' (11 februari) stonden we al stil bij het Google Fiber experiment. In de glasvezelsector mag het gerust tot de belangrijkste mededeling van de afgelopen jaren gerekend worden, ook al is de sector nog zo dynamisch. Een recente greep: op 10 maart liet Verizon weten met zijn FiOS-netwerk voorlopig geen nieuwe plaatsen te zullen aandoen, en op 17 maart maakte Deutsche Telekom bekend tot 2012 4 miljoen huishoudens op FTTH te willen aansluiten. Het Google-plan onderscheidt zich hiervan niet alleen qua ambitie (open, 1 Gbps), maar ook omdat het een nieuwkomer op de markt is.

Kijken we eerst naar het open karakter. Google is blijkbaar overtuigd door de studie van het Berkman Center (Harvard universiteit), dat in oktober 2009 met een studie aantoonde dat open netwerken leiden tot een hogere penetratie, lagere prijzen, meer capaciteit en hogere snelheden. In Nederland was het onlangs de Task Force NGN van het Ministerie van EZ die gemeenten adviseerde de uitrol van supersnel breedband te stimuleren, maar alleen als het om open netwerken gaat. Voor de incumbents op de Nederlandse telecommarkt (zoals KPN, Ziggo, UPC) creeert dat een nieuw speelveld, waar zij slechts moeizaam aan kunnen wennen. Alleen KPN en de kleine kabelbedrijven lijken de nieuwe orde te hebben omarmd.

Ook het aanbieden van 1 Gbps vergt een nieuwe visie. Skeptici zullen onmiddellijk roepen dat voor dergelijke bandbreedtes geen toepassingen bestaan, en dat innovatie op de dienstenmarkt onzinnig is: nieuwe diensten zijn er al en worden 'over-the-top' (OTT) aangeboden. Toch staat Google niet alleen. Diverse netwerken schakelen over van 100 Mbps naar 1 Gbps, niet op de laatste plaats Reggefiber. In de VS is het de Case Western Reserve University die de stap waagt door woningen in de omgeving van de universiteit aan te sluiten op een netwerk dat zijn architectuur ontleent aan die van het Amsterdamse Citynet. Op termijn wil de universiteit 25.000 mensen via dit netwerk aansluiten, met doelstellingen die erg lijken op die van Google: er wordt verder gekeken dan de 'triple play'; doelstelling van dit 'research project' is uit te vinden wat mensen ermee gaan doen. Het Nederlandse Genexis levert de 'fibre termination unit', de apparatuur bij de abonnee thuis in de meterkast.

De universiteit uit Cleveland en Google delen met 1 Gbps ook een visie op breedband: primair doel is niet geld te verdienen aan het netwerk zelf, zoals ISP's doen door bandbreedte een zekere schaarste toe te kennen ten einde te ontkomen aan het lot om te eindigen als 'dumb pipe'. De universiteit en Google daarentegen mikken met bijna oneindige bandbreedte op het uitlokken van nieuw gebruik van het netwerk en dus op nieuwe diensten. Daarmee delen zij tevens de visie die sprak uit het OESO-rapport van december 2009 ('Network developments in support of innovation and user needs'), dat ook door de genoemde Task Force werd aangehaald. Kern hiervan is het verschijnsel 'spill-over effect': de aanleg van een supersnel breedbandnetwerk wordt alleen al gerechtvaardigd door positieve effecten op andere sectoren; effecten die voor een pure ISP niet interessant zijn. Voor de genoemde universiteit gaat het om een research project, met als opdracht: vind uit wat men met zo'n netwerk doet. Voor Google is de bottom line zoals altijd bij nieuwe diensten die niet direct geld opleveren: meer informatie, meer gebruik en uiteindelijk meer advertentie-ruimte.

Blijft over de vraag waar Google zijn test gaat uitvoeren. Als er op nieuwe diensten gemikt wordt, ligt een publiek van 'early adopters' voor de hand: Silicon Valley, een universiteitsstad, plaatsen waar de creatieve sector sterk vertegenwoordigd is, zoals New York. De grote belangstelling voor Google Fiber suggereert dat “de concurrentie tussen de bestaande aanbieders van breedband niet optimaal is” (citaat uit de ‘Onderbouwing Menukaart’ van de genoemde Task Force NGN). De uitverkoren stad/steden zullen niet alleen moeten laten zien wat men met een 1 Gbps netwerk gaat doen, maar ook dat een aanbieder met een bredere blik dan een pure ISP de aangewezen partij is om het maximale uit een supersnel breedbandnetwerk te halen. Maar: dat zal toch eerst allemaal afgewacht moeten worden.

Wordt vervolgd.

Related Articles