
Liberty Global denkt dat de overname van Unitymedia, de tweede kabeloperator in Duitsland, een einde maakt aan een stille periode wat fusies en overnames betreft. CEO Mike Fries zinspeelt op groei door overnames in Oost-Europa en Japan. Daarnaast kondigt hij een nieuwe generatie set-top box (STB) aan, die veel weg zal hebben van een computer. Mike Fries merkte ook nog op dat de consument steeds breedbandiger internettoegang zal wensen, ook al maakt hij hiervan niet ten volle gebruik. Fries denkt dat pakketten van 100 tot 200 Mbps in de toekomst zeker volledig benut zullen worden.
De uitlatingen van Mike Fries bieden volop stof voor speculatie. Zoals wij in onze research brief ('Liberty Global increases leverage') al opmerkten heeft het bedrijf, ook na de Unitymedia deal, nog de nodige ruimte op de balans voor verdere overnames, zeker als het om kleinere aanbieders gaat. Een bod op Ziggo zou met deze uitspraken nog niet aan de orde zijn, gelet op de nadruk op Oost-Europa en Japan. Wat de Duitse markt betreft toont Fries enig realisme door niet uit te gaan van verdere consolidatie. Met drie grote aanbieders lijkt de toezichthouder niet genegen te zijn een fusie toe te staan. In het verleden ketste al een samengaan van de nummers 1 en 3 (KDG en KBW) af op dergelijke bezwaren. Eventuele nieuwe markten voor Liberty Global in Europa zijn Spanje en Zweden. Andere grote landen liggen minder voor de hand; het Britse Virgin Media is een maatje te groot voor Liberty, UPC France is enkele jaren geleden verkocht (en heet nu Numericable) en Italie kent geen kabelinfrastructuur.
Ten aanzien van de set-top box valt te verwachten dat deze enerzijds 'minder asymmetrisch' zal zijn, door het gat tussen download- en uploadsnelheid te verkleinen. Anderzijds lijkt Fries te verwijzen naar een type STB dat niet alleen het broadcastsignaal van de kabel, maar ook webcontent aan kan via een breedbandverbinding (zie ons commentaar 'OTT-content wil naar de TV'). Amino is een potentiele partner voor UPC.
Ten slotte zijn ook de opmerkingen over de zucht naar steeds meer bandbreedte opvallend. Door stellig te beweren dat die behoefte reeel is en dat verbindingen van 200 Mbps ook daadwerkelijk benut zullen worden, lijkt hij in te gaan tegen beweringen van andere vertegenwoordigers van de kabelsector, ook al geeft Fries niet aan wanneer hij denkt dat dat het geval zal zijn. Er spreekt in ieder geval de visie uit dat opwaarderen van (kabel)netwerken 'business as usual' is. En daarbij heeft hij voorlopig de nodige tools in handen (zie onze research brief 'The future of cable broadband').