
Obi Worldphones ging vorig jaar van start als Obi Mobile en mikt op het low-end Android-segment waarin met name Chinese leveranciers actief zijn. Het bedrijf bood in eerste instantie smartphones aan tegen prijzen variërend van 70 dollar tot maximaal 200 dollar.
Obi Worldphone biedt nu twee modellen: de SF1 voor 199 dollar en de SJ1 voor 129 dollar. Het debuut van Obi Mobile in India begin dit jaar liep uit op een teleurstelling waarna het bedrijf de Amerikaanse designstudio Ammunition in de arm om zich te richten op het onderscheidend vermogen van zijn modellen. Ammunition is opgericht door Robert Brunner, die tien jaar als industrieel ontwerper in dienst was bij Apple.
Obi Worldphones heeft een hoog ‘Apple-gehalte’, maar feit is dat de Obi Worldphone zich mengt in een markt waar de concurrentie bijzonder hevig is, marges flinterdun zijn en werkelijk onderscheidend vermogen voor consumenten nog lastig is te ontdekken. Concurreren op prijs is dan vaak de enige optie, al schuiven de oprichters ‘no-compromise technology’, geleverd door onder meer Qualcomm, Dolby, Sony, Corning, Google en Samsung, en Obi Lifespeed, een in-house ontworpen user interface, als USP’s naar voren.
'Others' groeien in marktaandeel
Obi Worldphone belooft hoogwaardige smartphones tegen relatief lage prijzen voor met name jongeren in Azië, Afrika en het Midden-Oosten. Het bedrijf zet in op de doelgroep die de komende jaren gaat upgraden van "low-end, starter smartphones" naar duurdere connected devices. Het is een understatement te stellen dat Obi Worldphone hier niet uniek in is.
Het aantal bedrijven dat zich actief en specifiek richt op de verkoop in opkomende markten is flink gestegen. Dat blijkt onder meer uit wereldwijd marktonderzoek. Cijfers van IDC bijvoorbeeld tonen aan dat zulke leveranciers de afgelopen jaren flink aan marktaandeel hebben gewonnen. Zo bediende de categorie ‘others’ in Q1 2012 nog iets meer dan een derde van de totale smartphonemarkt, in Q1 2015 was dit gestegen naar 41,7 procent, goed voor in totaal bijna 142 miljoen verscheepte devices waarbij Azië, Afrika en het Midden-Oosten als belangrijkste groeimarkten worden gezien.

Meer concurrentie is altijd beter voor de consument
Tot de opkomende spelers behoren al enige tijd de Chinese leveranciers Xiaomi, Gionee, Oppo en OnePlus, maar ook de Indiase vendors Micromax. Intec, Lava en Karbonn. Sommigen daarvan hebben de ambitie om de oversteek te maken naar lucratievere, maar verzadigende markten in Europa en Noord-Amerika, maar worden zij met name gehinderd door een lage brand awareness, beperkte distributiemogelijkheden of onvoldoende kapitaal om internationale groeiambities vorm te geven. Met die wetenschap richten dergelijke leveranciers zich liever op volumemarkten, of in ieder geval op regio’s met veel ‘mobile first’-klanten.
Consumenten, en dan met name die in opkomende markten, zien zich geconfronteerd met een groeiend aanbod aan betaalbare smartphones die vrijwel allen op Android of een aangepaste versie daarvan draaien. Zij kunnen kiezen uit het aanbod van wereldwijde, Chinese en lokale spelers. Het is voor leveranciers concurreren op het scherpst van de snede. Maar belangrijker is dat voor consumenten de mogelijkheid bestaat om relatief goedkoop en eenvoudig toegang te krijgen tot een zeer uitgebreid Android-ecosysteem.
De grootste markt voor Obi Worldphone is momenteel de Verenigde Arabische Emiraten waar het bijna zes procent van de smartphonemarkt bedient. De bedoeling is om de komende maanden snel aandeel te pakken in onder meer Vietnam, Thailand en Indonesië. Het bedrijf is voornemens uit te rollen in 50 tot 70 landen in het Midden-Oosten, Zuidoost-Azië en Afrika.
De kans dat de Obi Worldphone op korte termijn in Nederland beschikbaar zal zijn, is daardoor vrij klein.