Van de circa 17 miljoen Nederlanders hadden vorig jaar 453.000 thuis geen toegang tot internet. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Het gaat om 3 procent van de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder. Dit is wel een verbetering ten opzichte van 2014, toen 7 procent aangaf thuis niet over toegang tot internet te beschikken. Er wordt geen uitsplitsing gemaakt tussen vast en mobiel internet.
De meeste mensen zonder thuistoegang tot internet zijn ouder dan 75 jaar. In deze groep heeft bijna een kwart (23%) geen toegang tot internet in de thuissituatie. Omgerekend gaat het om 66 procent van alle Nederlanders zonder internet thuis. Bij jongere leeftijdsgroepen daalt het aantal Nederlanders snel dat zegt thuis geen internet te hebben.
Kinderen thuis zonder internet
Een klein deel van de Nederlanders zonder internet thuis - 17.000 - heeft kinderen in de leeftijd van 5 tot 13 jaar. Dat betekent dat deze groep van 4.000 huishoudens kinderen momenteel geen toegang zou hebben tot online lessen. Het CBS baseert de cijfers op het onderzoek ICT-gebruik van huishoudens en personen 2019 onder 4.600 mensen.
Onder de 75-plussers hebben vrouwen vaker dan mannen thuis geen toegang tot internet. In 2019 gaf 28 procent van de vrouwen en 16 procent van de mannen van 75 jaar of ouder aan nooit online te zijn. Ook onder de 65- tot 75-jarigen zijn het vooral vrouwen die thuis niet online actief kunnen zijn.
Laagopgeleide 75-plussers horen vaker bij de niet thuis-internetters (33%) dan hoogopgeleide leeftijdsgenoten (3%). In de overige leeftijdscategorieën zijn het ook vooral de laagopgeleide Nederlanders die aangeven niet thuis op het web te kunnen surfen.
Van de mensen die thuis geen toegang tot het web hadden in 2019, gebruikte 89 procent ook buitenshuis nooit internet. 6 procent deed dat meer dan een jaar geleden en 5 procent in de afgelopen drie maanden.
Geen belangstelling voor internet
De meeste mensen zonder internetverbinding thuis gaven aan geen interesse te hebben in het internet, of ze vonden het niet zinvol (66%). Andere veelgenoemde redenen zijn: gebrek aan kennis of vaardigheden (39%). Ook zegt 14 procent dat de benodigde apparatuur te duur is. Bij 11 procent speelt bezorgdheid over privacy en veiligheid een rol om thuis geen internet te hebben.
In 2019 was 88 procent van de Nederlanders dagelijks online, tegen 79 procent in 2014. Meer dan 95 procent van de 12- tot 55-jarigen en hoogopgeleiden gebruikten internet dagelijks. Ook 44 procent van de 75-plussers is dagelijks online actief.
In maart van dit jaar stelde het CBS nog dat Nederlandse jongeren in de Europese kopgroep zitten als het gaat om digitale vaardigheden zoals het gebruik van internet.
