Oudere Nederlanders maken een inhaalslag als het gaat om mobiel online aanwezig zijn. In 2014 ging 32 procent van de 65-plussers online met een smartphone, in 2018 was dat 70 procent. Dat blijkt uit een voorpublicatie van het onderzoeksrapport Trends in internetgebruik van SIDN. Op 29 november wordt het volledige rapport gepubliceerd.
de smartphone heeft volgens de voorpublicatie de strijd om online aanwezig zijn gewonnen. In 2014 waren pc en laptop nog de belangrijkste devices om een website te bezoeken. Anno 2018 is dat dus de smartphone. De huidige internetgebruiker bezoekt per maand 287 websites, gaat zelden offline en gebruikt 60 apps.
Overheid blijft achter
De overheid loopt achter bij deze ontwikkeling, aldus SIDN. De meeste bezoekers aan overheidswebsites gebruiken nog steeds de pc en laptop. De reden: op de smartphone verwacht de gebruiker binnen 2 minuten het antwoord op zijn vraag gevonden te hebben. Bezoeken aan overheidswebsites duren echter 2 keer langer dan gemiddeld.
Overheidstoepassingen lenen zich wel voor de smartphone. maar steeds vaker worden apps gebruikt om online actief te zijn. App-ontwikkeling is daarom een grote kans voor overheden: dit is waar de online tijd steeds meer besteed wordt en daarmee zijn apps het podium voor tijdsintensieve activiteiten. De overheid blijft hier achter: apps van retailers, banken en markplaatsen hebben individueel meer bereik dan alle apps in de categorie Overheid bij elkaar.
