
In België heeft kabelbedrijf VOO zo’n uitzonderingspositie gevraagd en gekregen. Klanten met een mobiele aansluiting verbruiken maar een deel van hun roaming uit de bundel, daarna betalen ze een toeslag op het verbruik. Het BIPT heeft die derogatie voor 12 maanden toegekend.
Uitzonderingen op roaming-regels
Mobiele operators zijn bezorgd voor een daling van hun inkomsten, omdat ze roaming moeten inkopen op buitenlandse netwerken. Mede daarom heeft de Europese Unie wat uitzonderingen en beperkingen toegestaan op Roam-like-at-home (RLAH). Zo mogen aanbieders optreden als abonnees permanent in het buitenland zitten. Een andere uitzonderingspositie is de derogatie. Een mobiele aanbieder kan een uitzonderingspositie krijgen, indien hij kan aantonen dat roaming leidt tot verlies van inkomsten. Die aanvraag moet worden gedaan bij de nationale toezichthouder, in dit geval ACM. Die toetst de aanvraag volgens criteria die Berec heeft helpen ontwikkelen.
Alle grote mobiele operators hebben hun tarieven al bekendgemaakt voor roaming na de grote dag, maar een paar MVNO's nog niet. Kleinere aanbieders zijn waarschijnlijk niet in een positie om een uitzonderingspositie aan te vragen. In de eerste plaats moeten ze aan strikte criteria voldoen en aantonen dat ze er meer dan 3 procent op moeten toeleggen. Ten tweede is het de vraag of het qua marketing en positionering mogelijk is voor een MVNO die op prijs concurreert, om niet mee te gaan in de lagere tarieven. VOO heeft wat dat betreft een andere positie. Het is een kabelbedrijf dat mikt op een andere groep van vaste klanten. Het biedt mobiel en quad play aan, maar heeft geen mobiel netwerk.