
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft een aanvraag afgewezen om te bemiddelen tussen een grondeigenaar en KPN. ACM stelt dat de klacht van deze (niet bij naam of plaats genoemde) grondeigenaar niet-ontvankelijk is. In september vorig jaar heeft deze grondeigenaar op zijn erf bij toeval een glasvezelkabel ontdekt, die van KPN bleek te zijn. Daarop vroeg hij de ACM om tussenbeide te komen op grond van artikel 5.3 van de Telecommunicatiewet (gedoogplicht).
ACM schrijft in het besluit: “De grondeigenaar stelt dat bij het leggen van de kabel niet de juiste procedure is gevolgd. De grondeigenaar vraagt de ACM te bemiddelen zodat er alsnog een goede gedoogovereenkomst met KPN tot stand komt. Uit de bij het verzoek gevoegde stukken blijkt dat de grondeigenaar daarbij uitgaat van een vergoeding voor het gebruik van de grond en van begrenzing van de gedoogplicht in tijd.” ACM concludeert dat het artikel in de Telecommunicatiewet hier niet voor bedoeld is. KPN is namelijk niet de opdrachtgever van de werkzaamheden waarbij het glasvezel aan het licht kwam.