
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) wil DigiD snel verder ontwikkelen, meldt minister Plasterk aan de Tweede Kamer. Het eID programma van de Rijksoverheid ontwikkelt diensten waarmee burgers en bedrijven veilig kunnen inloggen bij de overheid. Naast DigiD worden ook iDIN en Idensys geaccepteerd.
DigiD heeft nu het beveiligingsniveau “laag”, terwijl er ook behoefte is aan middelen met de niveaus “substantieel” en “hoog”. DigiD op betrouwbaarheidsniveau “substantieel” wordt vanaf september 2017 uitgerold bij diverse partijen, in de vorm van een Android-app. Er loopt nog onderzoek naar mogelijkheden op andere platforms.
Voor DigiD op het betrouwbaarheidsniveau “hoog” zal in de eerste helft van 2018 het rijbewijs met deze DigiD-functionaliteit op de chip beschikbaar komen en eind 2018/begin 2019 ook de Nederlandse Identiteitskaart.
Het vertrouwen van het publiek in DigiD blijft overigens hoog, blijkt uit onderzoek dat het ministerie heeft laten uitvoeren. Consumenten vertrouwen DigiD en staan sceptisch tegenover de plannen om ook commerciële diensten toe te laten. De Belastingdienst heeft dit jaar ook iDIN van de banken (“substantieel”) en Idensys (beschikbaar op alle niveaus) geaccepteerd bij de Aangifte Inkomstenbelasting.
Voorwaarden voor GDI nog omstreden
De overheid wil een Generieke Data-Infrastructuur (GDI) ontwikkelen, waarbij alle overheidsdiensten zijn aangesloten, van Belastingdienst tot gemeenten en waterschappen. Toegang tot die GDI gaat via DigiD of een van de andere diensten. Uit een openbare consultatie blijkt dat er nog belangrijke onopgeloste kwesties zijn. Lagere overheden zien op tegen de kosten om meerdere ID-systemen te moeten ondersteunen. Marktpartijen vrezen dat ze niet kunnen concurreren met DigiD en met de banken, die met iDIN een zeer hoog marktaandeel voor het grijpen hebben.
Ook een meer principiële kwestie is niet opgelost. Het blijkt dat consumenten en bedrijfsleven niet willen betalen om in kunnen te loggen op een website van de overheid. De overheid maakt wel structurele kosten voor het systeem, begroot op 16 miljoen euro per jaar. De Rijksoverheid wil de commerciële aanbieders van identiteitsdiensten toegang geven. Lagere overheden vrezen de kosten van een commerciële dienst, die ze niet kunnen weigeren. BZK concludeert dat een vorm van tariefregulering noodzakelijk is.