
De Duitse federale administratieve rechtbank zei dat de administratieve rechtbank in Keulen moet verduidelijken of de Bundesnetzagentur (BnetzA), het federale netwerkagentschap, procedurefouten heeft gemaakt bij het toewijzen van 5G-frequenties in de 2 GHz- en 3,6 GHz-banden in 2019.
De rechtbank van Keulen heeft klachten van een mobiele operator en een virtuele aanbieder afgewezen. De federale rechtbank vernietigde dat vonnis gedeeltelijk en verwees de zaak terug naar de administratieve rechtbank. De klacht van de mobiele netwerkoperator werd afgewezen, omdat deze gericht was op het gedeeltelijk intrekken van een BNetzA-besluit.
De federale rechtbank zei dat nog moet worden verduidelijkt of de procedure voor de toewijzing van de frequenties in strijd is met de onafhankelijkheid van de nationale regelgevende instantie die wordt gegarandeerd door artikel 3 van Richtlijn 2002/21/EG (Kaderrichtlijn). Er zijn aanwijzingen dat het federale ministerie van Verkeer en Digitale Infrastructuur (BMVI) in aanzienlijke mate heeft geprobeerd de bepaling van de leveringsverplichtingen te beïnvloeden.
Bovendien zou de beslissing van de kamerpresident van BNetzA grotendeels gemotiveerd kunnen zijn door een buiten de procedure gemaakte afspraak tussen het BMVI en de drie mobiele netwerkoperatoren. De netwerkoperators zijn mogelijk overeengekomen om lacunes in de netwerkdekking te dichten door het 4G-netwerk verder uit te breiden, in ruil voor minder strikte verplichtingen met betrekking tot virtuele aanbieders.