De Europese Commissie opent een diepgaand (fase 2) onderzoek naar de geplande overname van onderdelen van Liberty Global door Vodafone. Vodafone en Liberty Global maakten hun voorgenomen transactie op 9 mei 2018 bekend en notificeerden de EC op 19 oktober. Vodafone wil de activiteiten van Liberty in Duitsland (Unitymedia), Hongarije, Roemenië en Tsjechië (UPC) overnemen voor 18,4 miljard euro, waarvan 10,8 miljard in contanten. De EC heeft nu tot 2 mei 2019 om de deal te beoordelen.
Liberty positief
Liberty Global is positief over de stap van de EC. Deze was namelijk verwacht en betekent dat de beoordeling bij de EC blijft, al ligt er nog altijd een verzoek van de Duitse overheid om de overname van Unitymedia te mogen beoordelen. De deadline ligt voor de EC nu op 2 mei 2019 (90 werkdagen) en Liberty verwacht de deal nog altijd medio 2019 te kunnen afronden.
Bij de overname zijn de verwachte synergieën uitgebreid belicht. Mocht de deal afketsen op zorgen over de marktmacht, dan betaalt Vodafone aan Liberty een break-up fee van 250 miljoen euro. Sinds de aankondiging hebben diverse partijen zich tegen de deal uitgesproken. Partijen waaronder Breko, Buglas, FRK, Tele Columbus en Telefónica Deutschland vrezen een duopolie op de breedbandmarkt en een te grote machtsconcentratie op de TV-markt.
Verder zijn er geruchten over de mogelijke verkoop van de satellietactiviteiten van de Liberty-dochters in Hongarije, Roemenië en Tsjechië. Liberty Global heeft al laten weten de opbrengst niet te gebruiken als oorlogskas maar voor de inkoop van eigen aandelen en verlaging van het vreemd vermogen.
Zorgen EC voor Duitsland en Tsjechie
De EC formuleert een aantal zorgen voor de Tsjechische en de Duitse markten:
- Tsjechië. Aanbieders van individuele diensten kunnen wellicht niet concurreren tegen een aanbieder van convergente diensten.
- Duitsland. Vodafone DE (via DSL-diensten van Telekom DE) en Unitymedia concurreren met elkaar in het Unitymedia gebied op de vaste markten, derhalve kan een fusie de concurrentie verminderen. Ook kan de fusie de concurrentiestrijd in het aanleggen van next-generation networks verminderen. Verder zal de onderhandelingsmacht ten opzichte van de broadcasters toenemen, wat de positie en het vermogen om te investeren van de laatste kan schaden.
