De ministers van Financiën van de Europese Unie bespreken deze week de voorstellen om een belasting op de digitale omzet van bedrijven in te voeren, maakt Reuters op uit werkdocumenten van het Oostenrijkse voorzitterschap van de EU. Die maatregel zou nog dit jaar worden doorgevoerd.
De regeringen van de EU zijn het erover eens dat digitale diensten te laag worden belast en dat de belastingregels moeten worden gewijzigd, maar verschillen van mening over de stappen. Kleinere staten met lagere belastingtarieven, zoals Luxemburg en Ierland, die grote Amerikaanse multinationals huisvesten, willen dat EU-veranderingen volgen uit een wereldwijde hervorming van digitale belastingheffing, die al jarenlang tevergeefs wordt besproken.
Grotere landen zoals Frankrijk en Italië stellen dat ze miljoenen euro's aan belastinginkomsten mislopen vanwege de verschuiving van belastbare winsten door digitale reuzen naar landen met een lagere belasting, Zij willen snel resultaten zien en steunen het voorstel van de Europese Commissie voor een EU-brede belasting van 3 procent op digitale inkomsten van grote bedrijven. De Commissie wil een wereldwijde herziening van de belastingregels niet afwachten.
Oostenrijk wil vaart zetten achter 3% taks
Oostenrijk, dat momenteel het roulerend voorzitterschap van de EU bekleedt, wil zelf ook haast maken met een eigen taks van 3 procent, blijkt uit de documenten waarover Reuters beschikt. Dit zal de discussie over dit onderwerp voeden tijdens een vergadering van de ministers van Financiën van de EU op 7 en 8 september in Wenen.
In afwachting van een mondiale deal lopen de EU-staten "nu al het gevaar van een uitholling van de heffingsgrondslagen voor de vennootschapsbelasting en kunnen ze in de verleiding komen om eenzijdig op te treden", aldus het Oostenrijkse document, waarin wordt aangedrongen op "een uniforme aanpak" voor een tijdelijke EU-oplossing op basis van het voorstel van de Commissie.
Elf van de 28 EU-lidstaten overwegen nu al hun eigen nationale maatregelen, aldus het document, dat waarschuwt tegen het risico voor de gemeenschappelijke markt van de EU als er niet snel overeenstemming werd bereikt. Oostenrijk is dus een van die landen. Oostenrijk wil een meerderheid van de lidstaten overhalen voor een voorstel: om de aandacht te concentreren op een tijdelijke EU-oplossing die vóór het einde van het jaar zou moeten worden goedgekeurd.
Belastingplan raakt alleen de grootste bedrijven
Om een deel van de kritiek op de maatregel weg te nemen, stelt Wenen voor om de reikwijdte van de belasting te verminderen en die niet langer toe te passen op de verkoop van gebruikersgegevens zoals in het Commissievoorstel. Alleen inkomsten van online advertentieplatforms, waarin Google en Facebook uitblinken, en van virtuele marktplaatsen, zoals Amazon, zouden via deze Oostenrijkse regeling onder de nieuwe belasting vallen.
In overeenstemming met het Commissievoorstel zouden alleen bedrijven met een wereldwijde jaaromzet van EUR 750 miljoen en EU-inkomsten van minstens EUR 50 miljoen per jaar belastbaar zijn. Zo'n 200 bedrijven zouden onder de reikwijdte van de nieuwe belasting vallen die de Commissie had voorgesteld, aldus Europese functionarissen. Op Europees niveau gaat het om bedragen rond de EUR 5 miljard per jaar.
