
Het ministerie van Economische Zaken onderzoekt de bereikbaarheid van alarmnummer 1-1-2 in de grensstreek, blijkt uit de beantwoording van kamervragen van CDA en SP. Agentschap Telecom en TNO onderzoeken of er witte plekken zijn in de mobiele dekking. De mobiele operators werken mee aan het onderzoek.
In december moet een dekkingskaart klaar zijn die laat zien of er gaten zitten in het mobiel bereik. De dekkingskaart geldt voor buitenshuis, maar geeft ook een indicatie van de dekking binnenhuis.
De Persdienst meldde op 1 september dat 50.000 tot 60.000 mensen in noodgevallen niet de alarmcentrale kunnen bereiken. Daarover meldt EZ al dat het getal niet anders kan zijn dan een grove schatting.
De onderzoeksvraag is door EZ beperkt tot een dekkingskaart. Het rapport gaat niet in op de vraag hoeveel extra mobiele masten er nodig zouden zijn om de dekking te verbeteren.
Binnen Nederland zijn al afspraken gemaakt over de bereikbaarheid van 1-1-2. Een mobiele telefoon kan automatisch een ander netwerk selecteren als het eigen netwerk geen of onvoldoende bereik heeft.
In het grensgebied wordt de inzet van spectrum gecoördineerd om aan weerszijden van de grens dekking te kunnen bieden. Daarnaast hebben de alarmcentrales in Duitsland en België een protocol om oproepen vanaf Nederlands grondgebied door te schakelen naar een Nederlandse meldkamer.