
10 procent van de Nederlandse kinderen van vijf jaar oud beschikt al over een eigen mobiel toestel. Vanaf de leeftijd van 14 jaar heeft elk kind al een eigen mobiel toestel. Dat blijkt uit onderzoek van Telecompaper.
Telecompaper ondervroeg in de periode van april-juni 2019 ouders en inwonende broers of zussen van ruim 1.700 kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 17 jaar. Uit dit onderzoek op basis van het Consumer Insights-panel bleek dat zelfs onder de 5-jarigen al een beperkte groep (10%) beschikt over een mobiel toestel. Dat kan zowel een smartphone als een feature phone zijn, of wellicht een toestel specifiek ontworpen voor kinderen met op hen gerichte functionaliteiten.

Naarmate kinderen ouder worden, zal het vaker gaan om een smartphone dan een feature phone. Het is niet duidelijk in hoeverre het gaat om een nieuw of tweedehands toestel. Uit ander recent onderzoek van Telecompaper blijkt dat rond de 20 procent van de Nederlanders hun vorige mobiele toestel weggeeft aan een familielid. In veel gevallen zal dit een kind zijn dat een ouder toestel overneemt.
Meerderheid tieners heeft mobiel toestel
Al vanaf 10-jarige leeftijd beschikt een meerderheid van de Nederlandse kinderen over een mobiel toestel: 54 procent. Een sterke groei van het toestelbezit begint vanaf acht jaar. Dan zou 30 procent van de kinderen al een eigen mobiel toestel hebben.
Tegen de tijd dat de meeste kinderen naar de middelbare school gaan - rond de 12 jaar - beschikken ze vrijwel allemaal al over een mobiel toestel (91%). Bij de 14-jarigen ligt het bezit van een mobiel toestel op 100 procent.