
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) onderzoekt de impact van thuiswerken en hybride werken, waarin medewerkers veel minder naar hun werk gaan dan eerst. Dit onderzoek heeft meerdere sporen, meldt minister Koolmees aan de Tweede Kamer.
Het RIVM doet onderzoek naar thuiswerken: of mensen dat kunnen en of ze het ook doen. De Inspectie SZW onderzoekt klachten en signalen over thuiswerkers. Ook verschijnt er binnenkort een analyse over de kans op Covid-besmettingen binnen bedrijven. Ook TNO, NEA en marktonderzoekers zijn nog bezig of zijn al met eerste resultaten gekomen.
Onderzoek geeft gemêleerd beeld
Momenteel doen veel partijen onderzoek naar de huidige ervaringen met het langdurig thuiswerken onder werkenden, schrijft Koolmees in de kamerbrief. Uit al deze onderzoeken komt een gemêleerd beeld naar voren over de actuele ervaringen en de verwachtingen van partijen over de toekomst van ‘hybride’ werken. Partijen zien voordelen, maar zeker ook nadelen en uitdagingen.
Een eerste analyse van diverse onderzoeken laat zien dat er verschil is in de wijze waarop werkenden omgaan met thuiswerken en in de voor- en nadelen die zij ervaren. Dit hangt af van bijvoorbeeld persoonlijkheidskenmerken (bijv. introvert vs. extravert), maar ook van persoonlijke en leefomstandigheden. Zo verschillen jongere werknemers, werknemers met kinderen en oudere werknemers in hun ervaringen met thuiswerken. Hierdoor verschilt ook de behoefte die zij hebben aan hulp of ondersteuning.
In de afspraken over thuiswerken tussen werkgever en werknemer zal het bieden van maatwerk dus belangrijk zijn. Sociale partners, maar ook de Tweede Kamer willen dat thuiswerken en hybride werken wordt ingepolderd in allerlei wetten, regelingen en cao’s.
De brede bijeenkomst en de analyse van de verschillende onderzoeken zijn belangrijke stappen in de voorbereiding van een adviesaanvraag aan de SER over de toekomst van thuiswerken. Samen met de SER, de sociale partners en andere departementen wil SZW de komende periode het gesprek met de samenleving voortzetten om de adviesaanvraag verder te concretiseren.