Vodafone Nederland laat weten dat het geen gegevens verstrekt aan buitenlandse opsporings-, inlichtingen- of veiligheidsdiensten. Alleen aan Nederlandse diensten worden gegevens verstrekt en alleen als daarvoor een formeel verzoek ingediend is binnen de kaders van Nederlandse wet- en regelgeving. Dat stelt de mobiele operator in reactie op het verzoek van SP’s Tweede Kamerlid Ronald van Raak om een streep te zetten door Vodafone's mobiele contract met de Tweede Kamer.
Vodafone wijst er op dat de Nederlandse parlementariërs zelf verantwoordelijk zijn voor het feit dat Nederlandse telecomoperators aan dergelijke verzoeken moeten meewerken. ‘Net zoals elke andere telecomoperator die actief is in Nederland, is Vodafone Nederland op grond van hoofdstuk 13 van de Telecommunicatiewet verplicht mee te werken aan een tapbevel of een vordering om gegevens te verstrekken door een Nederlandse opsporings-, inlichtingen- of veiligheidsdienst. Niet meewerken aan een tapbevel of een vordering of het verstrekken van gegevens zonder bevel of vordering is een strafbaar feit.’
Volgens Vodafone is het mogelijk dat Nederlandse bevoegde instanties verzoeken om gegevens te leveren die bedoeld zijn voor buitenlands strafrechtelijk onderzoek of voor buitenlandse opsporings-, inlichtingen- of veiligheidsdiensten. Dat gebeurt op basis van een internationaal rechtshulpverzoek. Alle Nederlandse telecomoperators moeten aan zo’n verzoek voldoen.
Het toezicht op de rechtmatigheid van de activiteiten van de diensten is een verantwoordelijkheid van de bevoegde overheidsinstanties, de rechter-commissaris en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD), stelt Vodafone. De democratische controle hierop is een verantwoordelijkheid van het parlement zelf.
